-
1 сорвать
afrukken, plukken ; doen mislukken, verijdelen, dwarsbomen -
2 срывать
afrukken, plukken ; doen mislukken, verijdelen, dwarsbomen -
3 оборвать
afscheuren, afrukken, afplukken ; onderbreken, afbreken -
4 обрывать
afscheuren, afrukken, afplukken ; onderbreken, afbreken -
5 оторвать
afscheuren, afrukken, lostrekken ; afhouden -
6 отрывать
afscheuren, afrukken, lostrekken ; afhouden -
7 отламывать
vgener. afbreken, afknappen, afrukken, afbrokkelen, (c трудом) afwrikken, afzwaaien, losbreken, slopen, wegbreken -
8 отрывать
vgener. afrukken, afscheuren, losrukken, afgraven, afhalen, afpluizen, afzwaaien, losscheuren -
9 отступать
vgener. achteruitgaan, achteruitlopen, afrukken, aftrekken, afwijken, inbinden, terugmarcheren, wijken, achteruitkrabbelen, afdeinzen, aftreden (van-от), de terugtocht aanvaarden, deinzen, retireren, terugdeinzen, teruggaan, terugtreden, terugtrekken, terugwijken -
10 отталкивать
v -
11 оттаскивать
vgener. afhalen, wegtrekken, afrukken, afslepen, aftrekken, afzeulen, terugtrekken -
12 сорвать маску с
vgener. (iem.) het masker afrukken (кого-л.) -
13 срывать
vgener. afbladeren, afbreken (цветок), afzwaaien, plukken, wegruimen (стены, валы и т.п.), afgraven, afplukken, afristen (ягоды, плоды), afrukken, afscheuren, aftrossen (ягоды, плоды), breken, frustreren (планы, надежды), slechten, verijdelen (планы, надежды) -
14 dismember
v. in stukken scheuren/snijden[ dismembə] 〈zelfstandig naamwoord: dismemberment〉1 uiteenrijten ⇒ in stukken scheuren, de ledematen afrukken♦voorbeelden: -
15 jerk off
weg wezen! (slang)jerk off〈Amerikaans-Engels; slang〉 -
16 snatch off
snatch offafrukken; uitrukken/gooien -
17 snatch
n. ruk, greep, roof; brok, stukje, fragment; kut; poging om te grijpen naar, poging om aan te grijpen--------v. grijpen naar; (dadelijk) aangrijpen; wegrukken, weggrijpen; stelen; oppakkensnatch1[ snætsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 brok ⇒ stuk, fragment♦voorbeelden:a snatch of sleep • een hazenslaapjesleep in snatches • met tussenpozen slapenwork in snatches • met vlagen werken————————snatch2♦voorbeelden:————————snatch31 rukken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:snatch a kiss • een kus stelensnatch a meal • vlug iets etensnatch away • wegrukken/pakkensnatch off • afrukken; uitrukken/gooiensnatch up • oppakkenbe snatched from death • aan de dood ontrukt wordenshe snatched the letter out of my hand • ze rukte de brief uit mijn hand -
18 sweep
n. beurt, opruiming; veger, stoffer; zwaai, slag, draai, bocht; schoorsteen/ straatveger--------v. vegen; opvegen; voeren; schrijdensweep1[ swie:p]2 veger ⇒ bezem, stoffer4 veeg ⇒ haal (met een borstel), streek5 zwaai ⇒ slag, houw, riemslag; zwier, draai, bocht6 〈 benaming voor〉gebogen traject/lijn♦voorbeelden:make a clean sweep • schoon schip maken5 sweep of the eye • oogopslag, blikwide sweep • wijde draai/bochtmake a sweep • een bocht maken, draaienat one/a sweep • in één klap¶ sweep of mountain country • stuk bergland, berglandschapclean sweep • verpletterende overwinning3 beweging ⇒ stroom, golving♦voorbeelden:beyond/within the sweep of • buiten/binnen het bereik van————————sweep21 zich (snel) (voort)bewegen ⇒ spoeden, vliegen♦voorbeelden:sweep by/past • voorbijschietensweep down on • aanvallensweep on • voortijlensweep round • zich (met een zwaai) omdraaiensweep from/out of the room • de kamer uit stuivensweep into power • aan de macht komena wave swept over the ship • een golf sloeg over het schip1 vegen ⇒ aan/af/op/wegvegen2 (laten) slepen ⇒ slepen over, strijken langs/over♦voorbeelden:sweep the house clean/clear of dirt • het huis schoonvegen〈 figuurlijk〉 sweep the seas • de zeeën schoonvegen/zuiveren van piratensweep the dirt away • het vuil wegvegensweep up • aan/uitvegen, bijeenvegen2 mee/wegsleuren ⇒ meevoeren, afrukken3 doorkruisen ⇒ teisteren, razen over4 afzoeken ⇒ aftasten, afvissen♦voorbeelden:sweep someone a bow/curtsey • statig buigen voor iemand2 sweep along • meesleuren/slepenbe swept off one's feet • omvergelopen worden; 〈 figuurlijk〉 overdonderd worden; versteld staan, hals over kop verliefd wordenbe swept out to sea • in zee gesleurd wordena new fashion sweeping America • een nieuwe mode die Amerika verovert -
19 tear away
wegscheuren (auto); losmakentear away♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 I could hardly tear myself away from the party • ik kon het feest maar met tegenzin verlaten -
20 tear off
tear off♦voorbeelden:
Страницы
- 1
- 2