-
1 afhouden
1 [zich zijdelings verwijderen] s'écarter (de)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [aftrekken, inhouden] retenir♦voorbeelden:¶ zijn handen niet van iets of iemand kunnen afhouden • ne pas pouvoir s'empêcher de toucher à qc. ou à qn.de ogen niet kunnen afhouden van • ne pas pouvoir détacher ses yeux deeen afhoudende reactie • une réaction évasive〈 figuurlijk〉 zich van iemand afhouden • se tenir à distance de qn.iemand van zijn werk afhouden • détourner qn. de son travailiemand (van de bal) afhouden • empêcher qn. de jouer le balloneen hond van zich afhouden • tenir un chien à distanceiemand van iets afhouden • dissuader qn. de faire qc. -
2 afhouden
II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [verwijderd houden] keep off/out2 [aftrekken, inhouden] keep back♦voorbeelden:〈 sport〉 iemand (van de bal) afhouden • screen/shield the ballde ogen niet kunnen afhouden van iets • not be able to take/keep one's eyes off something -
3 afhouden
не допустить до (в); вычесть из; отводить; мешать; отвлекать; сбивать; удерживать; вычитать; отклоняться* * **1) удерживать ( van — от)2) удерживать, вычитать ( деньги)* * *гл.1) общ. вычитать, мешать, отводить, удерживать (от чего-л.), отвлекать, сбивать (с пути)2) мор. отклоняться (от курса) -
4 afhouden
v. keep at bay, prevent the approach, push away; deter, discourage -
5 de boot afhouden
de boot afhouden————————de boot afhouden〈 figuurlijk〉 play for time; 〈 zich aan zijn plicht onttrekken〉 shirk one's responsibilities/duties; 〈 ontwijken〉 refuse to commit oneself, keep one's distanceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de boot afhouden
-
6 daar moet je links afhouden
daar moet je links afhouden -
7 de boot afhouden
de boot afhouden -
8 de ogen niet kunnen afhouden van
de ogen niet kunnen afhouden vanDeens-Russisch woordenboek > de ogen niet kunnen afhouden van
-
9 een hond van zich afhouden
een hond van zich afhouden -
10 iemand (van de bal) afhouden
iemand (van de bal) afhoudenempêcher qn. de jouer le ballon -
11 iemand van iets afhouden
iemand van iets afhoudendissuader qn. de faire qc. -
12 iemand van zijn werk afhouden
iemand van zijn werk afhoudendétourner qn. de son travail -
13 zich van iemand afhouden
zich van iemand afhoudense tenir à distance de qn. -
14 zijn handen niet van iets of iemand kunnen afhouden
zijn handen niet van iets of iemand kunnen afhoudenne pas pouvoir s'empêcher de toucher à qc. ou à qn.Deens-Russisch woordenboek > zijn handen niet van iets of iemand kunnen afhouden
-
15 de ogen niet kunnen afhouden van iets
de ogen niet kunnen afhouden van ietsnot be able to take/keep one's eyes off somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de ogen niet kunnen afhouden van iets
-
16 een deel van het loon afhouden
een deel van het loon afhoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een deel van het loon afhouden
-
17 iemand (van de bal) afhouden
iemand (van de bal) afhoudenscreen/shield the ballVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand (van de bal) afhouden
-
18 iemand net van de overwinning afhouden
iemand net van de overwinning afhoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand net van de overwinning afhouden
-
19 iemand van zijn werk afhouden
iemand van zijn werk afhoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand van zijn werk afhouden
-
20 zij kon haar ogen niet van hem afhouden
zij kon haar ogen niet van hem afhoudenshe couldn't take/keep her eyes off himVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij kon haar ogen niet van hem afhouden
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
afhouden
Страницы