-
1 afbreken
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [slopen] pull down, demolish ⇒ break/tear down 〈schutting e.d.〉, 〈 aan stukken slaan〉 break up, 〈 ontmantelen〉 dismantle, 〈 ontmantelen〉 take apart, take down 〈 tent〉4 [figuurlijk] [afkraken] heavily criticize♦voorbeelden:woorden afbreken • break (off) wordseen bloem van haar steel afbreken • break a flower off its stalkde wedstrijd werd afgebroken • the game was stoppedafbrekende kritiek • scathing criticism♦voorbeelden: -
2 afbreken
n. demolition, destruction; decomposition, decay, rot (Chemistry)--------v. demolish, destroy; break off; pull down, tear down; stop abruptly, discontinue, interrupt; decompose, decay, rot (Chemistry) -
3 afbreken
• to abort• to break off• to dismantle -
4 de boel afbreken
de boel afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de boel afbreken
-
5 de correspondentie afbreken
de correspondentie afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de correspondentie afbreken
-
6 een bloem van haar steel afbreken
een bloem van haar steel afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bloem van haar steel afbreken
-
7 een draad afbreken
een draad afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een draad afbreken
-
8 een tent opslaan/opzetten/afbreken
een tent opslaan/opzetten/afbrekenpitch/put up/take down a tentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tent opslaan/opzetten/afbreken
-
9 het kamp afbreken
het kamp afbrekenstrike/break campVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kamp afbreken
-
10 iemand afbreken
iemand afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand afbreken
-
11 iets ruw afbreken
iets ruw afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets ruw afbreken
-
12 met een krak afbreken
met een krak afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een krak afbreken
-
13 onderhandelingen afbreken
onderhandelingen afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onderhandelingen afbreken
-
14 woorden afbreken
woorden afbrekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > woorden afbreken
-
15 dak afbreken
v. unroof -
16 afbrokkelen
1 [in brokjes losgaan] crumble (off/away) ⇒ fragment♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in brokjes afbreken] break bits/fragments off ⇒ crumble off♦voorbeelden: -
17 afknappen
-
18 afsnijden
-
19 aftrappen
1 [sport] kick off♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [wegtrappen] kick away/off2 [met een trap iets afbreken] kick off3 [fietsend afleggen] pedal away4 [verslijten] wear out♦voorbeelden: -
20 beëindigen
2 [door middel van een overeenkomst tot een einde brengen] end ⇒ close 〈 vergadering〉, 〈 afbreken〉 discontinue, terminate 〈 contract〉♦voorbeelden:een vriendschap beëindigen • break off a friendship
- 1
- 2
См. также в других словарях:
afbreken — Hamburg • abbrechen, abnehmen, abnehmender Mond … Plattdeutsch-Hochdeutsch
afbreken — broko … Woordenlijst Sranan
Brekendorf — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Unglück — 1. Allein vnglück vnd armut ist vor den Neidhard gut. – Gruter, III, 4; Lehmann, II, 33, 21; Simrock, 7478. 2. Alles Vnglück fahet sich in Gottes namen an (in nomine Domini). – Gruter, III, 4; Henisch, 1697, 30; Petri, II, 8; Blum, 2; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wagenrunge — *1. Denne kast n Waogenrung im Hinnersten afbrêken. (Pommern.) So derb, drall, stämmig ist er. *2. Hä lätt sich iehr ne êken Wa nrung in n Oars enttweibriäken, iehr r n Groschen gevt. – Schlingmann, 532 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon