-
1 aansporing
aanmaningDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > aansporing
-
2 eggelse
aansporing -
3 incentive
adj. Stimulans, aansporing, motief--------n. stimulans, aansporing, motief[ insentiv]1 stimulans ⇒ aansporing, motief2 (prestatie)premie/toeslag ⇒ aanmoedigingspremie -
4 exhortation
-
5 instigation
instigation [ẽstiegaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:faanstigatie, aansporing -
6 incitation
incitation (à) [ẽsietaasjõ]〈v.〉1 aanzetting (tot) ⇒ aansporing (tot), opruiing (tot)♦voorbeelden:f(à) ophitsing, aansporing (tot) -
7 inspiration
inspiration [ẽspieraasjõ]〈v.〉1 inspiratie ⇒ ingeving, bezieling♦voorbeelden:musique d' inspiration médiévale • compositie geïnspireerd door de middeleeuwse muziekpar l'inspiration de • geïnspireerd doorf1) inspiratie2) inval, idee3) aansporing4) inademing -
8 Betreiben
Betreiben〈o.; Betreibens〉1 aansporing, aandrijving ⇒ 〈 pejoratief in het bijzonder〉 instigatie; toedoen♦voorbeelden:1 auf sein Betreiben (hin) • op zijn aandringen, op aansporing van hem -
9 побуждение
aanleiding, aansporing -
10 поощрение
aanmoediging, aansporing -
11 побуждение
ngener. aandrang, aansporing, beweging, prikkeling, wekstem, aandrift, aandrijving, aanvuring, impuls, ingeving, motief, prikkel, stimulans, stimulatie -
12 поощрение
n1) gener. aanmoediging, aansporing, aanvuring, begunstiging, bemoediging, bevordering2) liter. spoorslag, zweepslag -
13 пришпоривание
ngener. aansporing, spoorslag -
14 стимул
ngener. stimulans, aansporing, kick, prikkel, stimulus -
15 accessory after/before the fact
accessory after/before the factmedeplichtig door steun achteraf/door aansporing -
16 accessory
adj. medeplichtige--------n. accessoire; -tuig; deelnemer aan overtreding♦voorbeelden:1 accessory after/before the fact • medeplichtig door steun achteraf/door aansporingbe accessory to a crime • medeplichtig zijn aan een misdaad -
17 admonition
n. waarschuwing; berisping[ ædmənisjn]1 waarschuwing ⇒ vermaning, berisping2 aanmaning ⇒ aansporing, oproep -
18 cue
n. teken; wenk, aanduiding; voorbeeld; biljartstok--------v. aangeven, aantekenen; toespelencue1[ kjoe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 aansporing ⇒ wenk, hint3 richtsnoer ⇒ voorbeeld, leidraad♦voorbeelden:————————cue2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
19 fillip
n. knip (met de vingers); prikkel, aansporing, aanmoediging; stimulans[ fillip]2 prikkel ⇒ stimulans, kick -
20 goad
n. prikkelen, aansporen--------v. drijven, aanzetten, prikkelengoad1[ good] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 prikkel ⇒ stimulans, aansporing————————goad2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:he was goaded on by his need for/of drugs • hij werd gedreven door zijn behoefte aan drugshe goaded her into killing her husband • hij bracht haar ertoe haar man te doden
Страницы