-
1 aanslepen
1 [erbij halen] mentionner à tort et à travers2 [in grote hoeveelheden aandragen] déballer♦voorbeelden: -
2 aanslepen
1 [erbij halen] drag in2 [in grote hoeveelheden aandragen] get in (a lot of), stock up with/on♦voorbeelden: -
3 aanslepen
притаскивать; подтаскивать; натаскивать; притащиться; приплестись* * *гл.общ. притаскивать, притащиться, натаскивать, подтаскивать, приплестись (òæ. komen aanslagbiljet) -
4 aanslepen
[lang duren]sich hinziehen -
5 aanslepen
v. drag along -
6 aanslepen
-
7 die kwestie blijft maar aanslepen
die kwestie blijft maar aanslepenDeens-Russisch woordenboek > die kwestie blijft maar aanslepen
-
8 hij is met allerlei verhalen komen aanslepen
hij is met allerlei verhalen komen aanslepenDeens-Russisch woordenboek > hij is met allerlei verhalen komen aanslepen
-
9 Länge
Länge〈v.; Länge, Längen〉♦voorbeelden:sich der Länge nach hinwerfen • zich languit laten vallenum Längen gewinnen • met lengten voorsprong winnenein Brief von großer Länge • een zeer lange briefin die Länge ziehen • laten aanslepen, rekkensich in die Länge ziehen • aanslepen -
10 натаскивать
-
11 подтаскивать
vgener. aanslepen -
12 приплестись
vgener. aanschuiven (òæ. komen aanschroeven), aanslepen (òæ. komen aanslagbiljet) -
13 притаскивать
vgener. aanslepen -
14 притащиться
vgener. aanslepen -
15 натаскивать
-
16 подтаскивать
vgener. aanslepen -
17 приплестись
vgener. aanschuiven (òæ. komen aanschroeven), aanslepen (òæ. komen aanslagbiljet) -
18 притаскивать
vgener. aanslepen -
19 притащиться
vgener. aanslepen -
20 anschleppen
- 1
- 2