-
1 the English love rambling
-
2 the English mistress
-
3 what's the English for gezellig?
what's the English for gezellig?wat is gezellig in het Engels? -
4 the foundations of English grammar
English-Dutch dictionary > the foundations of English grammar
-
5 the word ‘bungalow’ has better connotations in Dutch than in English
the word ‘bungalow’ has better connotations in Dutch than in Englishhet woord ‘bungalow’ heeft in het Nederlands een betere gevoelswaarde dan in het EngelsEnglish-Dutch dictionary > the word ‘bungalow’ has better connotations in Dutch than in English
-
6 English
adj. met betrekking tot Engeland of zijn burgers; van of met betrekking tot Engelse taal--------n. engels, engelsman; de engelse taal--------v. een woord of zin veranderen in Engelse spelling of uitspraak; iets in Engelse taal vertalenEnglish1[ ingglisj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————English21 Engels ⇒ in/uit Engeland; in het Engels♦voorbeelden:English breakfast • Engels ontbijt, ontbijt met spek en eierenEnglish horn • Engelse hoorn, althobo -
7 native speakers of English account for 300 millions of the world population
native speakers of English account for 300 millions of the world populationEnglish-Dutch dictionary > native speakers of English account for 300 millions of the world population
-
8 mistress
n. vrouw des huizes, meesteres, bazin; lerares; maitresse[ mistris]♦voorbeelden: -
9 what
adj. welk, welke--------adv. wat; welk, welke; tot hoever?--------conj. wat--------interj. wat! (uitroep van verwondering)--------n. wat--------pron. wat; elk, welke; in hoeverre?what1[ wot]1 wat♦voorbeelden:1 what's the English for gezellig? • wat is gezellig in het Engels?what the hell/devil/ 〈enz.〉 • wat voor de duivel/drommel/ 〈enz.〉no matter what • hoe dan ookwhat do you call that? • hoe heet dat?〈 informeel〉 what d'you/d'ye call it, what you may call it • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesyou were going to do what? • wát ging je doen?books, clothes, records and what have you • boeken, kleren, platen en wat nog allemaal/en dat soort dingenwhat do you think I am? • wat denk je wel dat ik ben?what's it? • hoe heet het ook weer?what of it? • en wat (zou dat) dan nog?what is that to you? • wat heb jij daarmee te maken?what about an ice-cream? • wat zou je denken van een ijsje?what for? • waarom?; waarvoor?, met welk doel?what did he do that for? • waarom deed hij dat?what do you use it for? • waarvoor gebruik je het?what is he/it like? • wat voor iemand/iets is hij/het?〈 slang〉 what's with John? • wat is er met John aan de hand?what if I die? • stel dat ik doodga, wat dan?she won't mind and what if she does? • ze zal het best vinden, en zo niet, wat dan nog?so what? • nou en?, wat dan nog? ook weer?1 wat ⇒ dat(gene) wat, hetgeen♦voorbeelden:what's more • bovendien, meer/erger nogcome what may • wat er ook moge gebeurensay what you will • wat je ook zegtjust what I need • net wat ik nodig heb————————what21 welke (ook) ⇒ die/dat♦voorbeelden:what work we did was worthwhile • het beetje werk dat we deden was de moeite waardII 〈 vragende determinator〉1 welk(e)♦voorbeelden:1 what books do you read? • wat voor boeken lees je?who built what house? • wie heeft welk huis gebouwd?III 〈predeterminator; graadaanduidend; in uitroepen〉♦voorbeelden:1 what colours and what sounds! • wat een kleuren en wat een klanken!what a delicious meal(!) • wat een lekkere maaltijd(!)————————what3〈 tussenwerpsel〉 〈Brits-Engels; verouderd〉1 niet waar ⇒ hé♦voorbeelden:1 he's a funny little fellow, what! • het is een raar mannetje, vind je niet! -
10 ramble
n. zwerftocht--------v. zwervenramble1[ ræmbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zwerftocht ⇒ wandeltocht, uitstapje————————ramble2〈 werkwoord〉1 dwalen ⇒ zwerven, trekken♦voorbeelden:2 once he gets started he rambles on • wanneer hij eenmaal begonnen is, blijft hij maar doorzeuren -
11 Binoche
n. Binoche, familienaam; Juliette Binoche (geboren 1964), Franse actrice in Parijs geboren (speelde in de film "The English patient" in 1996) -
12 Michael Ondaatje
n. (geboren in 1943 in Sri Lanka) Canadese schrijver, schrijver van de roman "The English Patient" -
13 Ondaatje
n. Ondaatje, familienaam; Michael Ondaatje (geboren in 1943 in Sri Lanka), Canadees schrijver, auteur van de romand "The English Patient" -
14 good
adj. goed; aangenaam; plezierig; eerlijk, rechtschapen; waard zijn--------adv. goed, op een goede manier--------n. goedheid; winst; goederengood1[ goed]1 goed ⇒ welzijn, voorspoed4 goedheid ⇒ verdienste, deugd(zaamheid)♦voorbeelden:for the common good • voor het algemeen welzijnit will do him all the good in the world • hij zal er erg van opknappen/opkikkerenhe will come to no good • het zal slecht met hem aflopenfor his (own) good • om zijn eigen bestwilwhat is the good of it? • wat voor nut heeft het?it's no good • het heeft geen zin, het wordt niks〈 vaak ironisch〉 much good may it do you! • dat het je wel bekome!, geluk ermee!¶ for good (and all) • voorgoed, voor eeuwig (en altijd)→ bad bad/II 〈 meervoud〉4 〈vaak attributief; voornamelijk Brits-Engels〉 goederen 〈 voor treinvervoer〉 ⇒ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 vracht♦voorbeelden:¶ by goods • per/met de goederentrein————————good21 goed ⇒ kwaliteitsvol; knap, kundig2 goed ⇒ prijzenswaardig; correct, juist3 goed ⇒ fatsoenlijk, betrouwbaar4 aardig ⇒ lief, goed; gehoorzaam5 goed ⇒ aangenaam, voordelig; lekker, smakelijk, gezond♦voorbeelden:good looks • knapheidgood sense • gezond verstandgood soil • vruchtbare bodem/grondgood for you, 〈Brits-Engels; gewestelijk〉good on you • goed zo, knap (van je)good English • goed/correct Engelsmy watch keeps good time • mijn horloge loopt gelijkall in good time • alles op zijn tijdmake good • het er goed afbrengen, het maken, slagen 〈 voornamelijk financieel〉; goedmaken; vergoeden 〈 schulden〉; nakomen, vervullen 〈 belofte〉 • herstellen 〈 schade〉be good for a laugh • grappig zijn, een lachje waard zijn(in) good faith • (te) goede(r) trouwmake good one's escape • slagen in een ontsnappinggood humour • opgewektheidgood nature • goedaardigheidput in a good word for, say a good word for • een goed woordje doen voor, aanbevelenbe good enough (to) • wees zo vriendelijk, gelievebe so good as to • wees zo vriendelijk, gelieveit's good of you to help him • het is aardig van u om hem te helpen5 beer is not good for her/her health • bier is niet goed/gezond voor haargood buy • koopje, voordeeltjethrough the good offices of • door de goede diensten van, met behulp vangood afternoon • goedemiddaggood evening • goedenavondgood morning • goedemorgengood night • goedenacht, welterustenhave a good time • zich amuserengood times • goede/voorspoedige tijdenit is good to be alive • leve het leven, het leven is verrukkelijkkeep good • goed/vers blijventoo good to be true • te mooi om waar te zijn6 a good excuse • een goed/geldig excuusthis rule holds good • deze regel is van kracht/geldt (nog)stand a good chance • een goede kans makena good deal/many • heel wata good hour/ten miles • ruim een uur/tien mijla good while • een hele poos, geruime tijd¶ 〈 spreekwoord〉 a good tale is none the worse for being told twice • goed nieuws mag best vaak verteld worden〈 spreekwoord〉 there is many a good tune played on an old fiddle • iemands leeftijd zegt vaak niets over wat hij nog kan presterenbe in someone's good books • bij iemand in een goed blaadje staanthere's a good boy/girl/fellow • wees nu eens lief, toe nouGood Friday • Goede Vrijdaggood God! • goeie genade!, gossiemijne!as good as gold • erg braaf/lief 〈 van kind〉have a good head on one's shoulders • een goed verstand hebbengood heavens! • goeie/lieve hemel!neither fish, flesh, nor good red herring • vlees noch viskeep good hours • op tijd naar bed gaanmake someone appear in a good light • iemand in een gunstig daglicht stellengood luck • (veel) gelukstroke of good luck • buitenkansjehave a good mind to • veel zin hebben inthrow good money after bad • goed geld naar kwaad geld gooien, het ene gat met het andere stoppenin good spirits • opgewekt, blijit's a good thing that • het is maar goed datit's a good thing to … • het is verstandig om …a good thing too! • maar goed ook!, het is maar gelukkig ook!too much of a good thing • teveel van het goedemake good time • goed/lekker opschietendo someone a good turn • iemand een dienst bewijzengood old Harry • (die) goeie ouwe Harryas good as • zo goed als, nagenoegbe good at • goed/knap zijn inbe good for £100,000 • 100.000 pond kunnen betalen, goed zijn voor 100.000 pondbe good for another couple of years • nog wel een paar jaar meekunnen/meegaan————————good3〈 bijwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 goed♦voorbeelden:1 she is doing good • ze doet het goed, ze gaat lekkerthings are going good • het gaat goed¶ good and … • heel erg … -
15 middle
adj. middelste--------n. midden; afstand; helftmiddle1[ midl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 midden ⇒ middelpunt/lijn/vlak♦voorbeelden:in the middle of nowhere • in een of ander (godvergeten) gatin the middle (of) • middeninbe caught in the middle • tussen twee vuren zitten————————middle21 middelst ⇒ midden, tussen-♦voorbeelden:Middle Ages • Middeleeuwenmiddle aisle • middenschipmiddle finger • middelvingermiddle life • middelbare leeftijdMiddle East • Midden-OostenMiddle English • Middel-Engels -
16 account for
v. rekenschap geven, verantwoordelijk zijn {voor daden}account for2 verklaren ⇒ uitleggen, veroorzaken♦voorbeelden:3 the U.S.A. account for 35% of the world consumption of meat • de USA nemen 35% van de wereldconsumptie van vlees voor hun rekening4 native speakers of English account for 300 millions of the world population • Engelstaligen maken 300 miljoen van de wereldbevolking uit5 the rest of the passengers still have to be accounted for • de overige passagiers worden nog steeds vermist -
17 course
n. baan, weg; richting; cursus; portie; serie; laag--------v. loop, koers, gang; konijnenjachtcourse1[ ko:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 loop ⇒ (voort)gang, duur2 koers ⇒ richting, route3 manier ⇒ weg, (gedrags)lijn5 cyclus ⇒ reeks, serie♦voorbeelden:the river has changed its course • de rivier heeft zijn loop verlegdrun/take its course • zijn beloop hebben, (natuurlijk) verlopenyour illness must run its course • je zal het moeten uitziekenin the course of • in de loop vanin (the) course of time • op den duur, mettertijdoff course • uit de koerson course • op koers¶ of course • natuurlijk, vanzelfsprekend〈 verkorting van of course, informeel〉 course! • tuurlijk!, vanzelf!→ due due/————————course21 stromen ⇒ sijpelen, vloeienII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
18 speak
v. spreken; zeggen; uitdrukken; een speech geven; opmerken1 spreken ⇒ een toespraak/voordracht houden3 ken ⇒ toon geven, aanspreken♦voorbeelden:legally speaking • volgens de wetpersonally speaking • voor mijn partproperly speaking • in eigenlijke zinso to speak • (om) zo te zeggen, bij wijze van sprekenstrictly speaking • strikt genomenspeak out against something • zich tegen iets uitsprekenspeak out/up • duidelijk sprekenspeak up for someone/something • het voor iemand/iets opnemenspeak for someone • spreken voor/uit naam van iemandnothing to speak of • niets noemenswaard(ig)sspeak ill/well of someone/something • kwaad/gunstig spreken over iemand/ietsspeak to someone (about something) • iemand (om iets) aanspreken; iemand (over iets) aanspreken/aanpakken〈 telefoon〉 speaking! • spreekt u mee!could you speak up please • wat harder a.u.b.speak for something • iets bestellen/reserveren; van iets getuigen; een toespraak houden/pleiten voor 〈 ook figuurlijk〉speak to a subject • iets zeggen over een onderwerpI can speak to his having been here • ik kan bevestigen dat hij hier geweest isII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uit)spreken ⇒ zeggen, uitdrukken♦voorbeelden:speak one's mind • zijn mening zeggenit speaks volumes for his moderation • het spreekt boekdelen over zijn gematigdheidspeak the word! • zeg het maar! -
19 foundation
n. sciencefiction series geschreven door Isaac Asimov[ faundeesjn]3 → foundation cream foundation cream/4 → foundation garment foundation garment/♦voorbeelden:the story is completely without foundation • het verhaal is totaal ongegrond -
20 TEFL
- 1
- 2
См. также в других словарях:
The English Concert — is a Baroque orchestra playing on authentic instruments based in London. Founded in 1972 and directed from the harpsichord by Trevor Pinnock for 30 years, it is now directed from the violin by Andrew Manze. In September 2007, harpsichordist Harry … Wikipedia
The Making of the English Working Class — … Wikipedia
The American Heritage Dictionary of the English Language — (AHD) is an American dictionary of the English language published by Boston publisher Houghton Mifflin, the first edition of which appeared in 1969. Its creation was spurred by the controversy over the Webster s Third New International Dictionary … Wikipedia
The English Civil War Society — is the umbrella organisation for the King s Army and the Roundhead Association. The purpose of the Society is to raise awareness of the conflict between King Charles I of England and his supporters and their opponents in Parliament and Scotland.… … Wikipedia
The English Intelligencer — was a literary magazine/newsletter founded and edited by the poets Andrew Crozier and Peter Riley. It played a key role in the emergence of many of the poets associated with the British Poetry Revival. Consciously conceived as an attempt to unite … Wikipedia
The English Patient — Infobox Book | name = The English Patient image caption = First edition cover author = Michael Ondaatje cover artist = Cecil Beaton (first edition) country = England language = English genre = Historiographic metafiction, Novel publisher =… … Wikipedia
The English Patient (film) — Infobox Film name= The English Patient caption= Film poster for The English Patient . director= Anthony Minghella writer= Anthony Minghella (screenplay) Michael Ondaatje (novel) starring= Ralph Fiennes Kristin Scott Thomas Willem Dafoe Juliette… … Wikipedia
The English Teacher — infobox Book | name = The English Teacher title orig = translator = image caption = author = R. K. Narayan illustrator = cover artist = country = India language = English series = genre = Autobiographical novel publisher = University of Chicago… … Wikipedia
History of the English language — English is a West Germanic language that originated from the Anglo Frisian dialects brought to Britain by Germanic invaders from various parts of what is now northwest Germany and the Netherlands. Initially, Old English was a diverse group of… … Wikipedia
History of the English penny (1603–1707) — The Stuarts and the Commonwealth (1603 ndash;1714) The Early Stuarts When Elizabeth died unmarried and childless in 1603, the throne passed to James VI of Scotland, a great grandson of Henry VII, who ruled in England as James I. James s silver… … Wikipedia
Random House Dictionary of the English Language — The Random House Dictionary of the English Language, Unabridged was the original name of a large American dictionary, first published in 1966, and recently renamed the Random House Webster s Unabridged Dictionary . The Random House publishing… … Wikipedia