-
1 rash
adj. overhaast; onbesuisd; onbezonnen--------n. uitslag (op huid)rash1[ ræsj] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉♦voorbeelden:————————rash2〈bijvoeglijk naamwoord; rashness〉♦voorbeelden: -
2 come out in a rash
-
3 Kawasaki disease
n. acute vasculitis die meestal optreedt bij kinderen omnder de vijf jaar en als eerste beschreven werd aan het einde van de 1960-er jaren door de Japanse kinderarts Tomisaku Kawasaki die coronaire aneurisma's of hartaanvallen of plotselinge dood bij kinderen kan veroorzaken (gekenmerkt door koorts die meer dan vijf dagen optreedt, polymorfische uitslag op de huid, erythematische, droge en gespleten lippen, ontsteking van het oogbindvlies, gezwollen handen en voeten, prikkelbaarheid, adenopathie en een perineale afschilferende uitslag) -
4 mucocutaneous lymph node syndrome
n. ziekte van Kawasaki, acute vasculitis die meestal bij kinderen onder de vijf jaar voorkomt en in 1960 als eerste door de Japanse kinderarts Tomisaku Kawasaki was beschreven, die coronaire arterieaneurismen of hartaanvallen en plotselinge dood bij kinderen kan veroorzaken (gekenmerkt door koorts die langer dan 5 dagen aanhoudt, veelvormige uitslag op de huid, huidontsteking, droge, gebarsten lippen, oogbindvliesontsteking, zwelling van de handen en voeten, irritatie, adenopathie en een perineale afschilferende uitslag)English-Dutch dictionary > mucocutaneous lymph node syndrome
-
5 erythema
n. roodheid v.d. huid, rode uitslag (in geneeskunde) -
6 erythemal
adj. erytheem, roodheid van de huid, rode uitslag (in geneeskunde)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский