-
1 zuinigheid
♦voorbeelden: -
2 zuinigheid
♦voorbeelden:een verkeerde zuinigheid betrachten • be penny-wise and pound-foolish -
3 zuinigheid
-
4 zuinigheid
ekonomia; economíaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > zuinigheid
-
5 zuinigheid
n. economy, Providence, thrift, frugality, stinginess -
6 zuinigheid
• economy -
7 zuinigheid
économie -
8 zuinigheid
ekonomia; economía -
9 zuinigheid betrachten
zuinigheid betrachten -
10 zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelenDeens-Russisch woordenboek > zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen
-
11 zuinigheid betrachten
zuinigheid betrachtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zuinigheid betrachten
-
12 een verkeerde zuinigheid betrachten
een verkeerde zuinigheid betrachtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verkeerde zuinigheid betrachten
-
13 enige gematigdheid/zuinigheid betrachten
enige gematigdheid/zuinigheid betrachtenexercise some moderation/economyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > enige gematigdheid/zuinigheid betrachten
-
14 thrift
n. financieel instituut opgezet om besparingen te storten (bv. spaarbank, kredietbank); elke plant van de soort Armeria; plant gelijkend op of gerelateerd aan de planten van de soort Armeria--------n. zuinigheid, spaarzaamheid[ θrift] -
15 économie
économie [eekonnommie]〈v.〉♦voorbeelden:économie concertée • overlegeconomieéconomie dirigée, planifiée • geleide economieéconomie politique • staathuishoudkundefaire de l'économie politique • economie studerenune mesure d'économie • een bezuinigingsmaatregelune économie de temps • een tijdsbesparingfaire l'économie de qc. • iets besparen1. f1) economie2) zuinigheid3) bezuiniging, besparing4) bouw, opzet2. économiesf pl -
16 бережливость
spaarzaamheid, zuinigheid -
17 бережливость
ngener. economie, zuinigheid -
18 practise economy
zuinigheid aan de dag leggen, zuinig zijn -
19 practise
practise1→ practice practice/————————practise2♦voorbeelden:1 praktiseren ⇒ uitoefenen, beoefenen♦voorbeelden:1 does he still practise his religion? • praktiseert hij nog altijd?he practises as a lawyer • hij werkt als advocaat2 oefenen ⇒ instuderen, repeteren3 uitoefenen ⇒ (be)oefenen, betrachten♦voorbeelden:practise economy • zuinigheid aan de dag leggen, zuinig zijn -
20 forehandedness
n. gereed zijn tot verrassingen; voorzichtigheid; zuinigheid
См. также в других словарях:
Sparsamkeit — 1. Das erste Stück der Sparsamkeit ist ein wirthlich Weib. – Winckler, I, 24. 2. Dass Sparsamkeit recht werdt geacht, ein grosser Zoll, der bald reich macht. – Zinkgref, IV, 356. Die Sparsamkeit, sagen die Chinesen, gibt den Armen, was die… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Fleiss — 1. Besser Fleiss und Kunst als Fürwort und Gunst. 2. Dem fleiss steht nicht vor. – Franck, I, 159a; Petri, II, 74. 3. Dem Fleiss und Schweiss wird Süssigkeit zu Preis. 4. Dem Fleisse würzt Gott die Speise. – Scheidemünze, I, 4251. 5. Der Fleiss… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon