-
1 blé
blé [blee]〈m.〉1 tarwe♦voorbeelden:faire du blé • koren verbouwen〈 figuurlijk〉 manger son blé en herbe • zijn koren(tje) groen eten 〈 zijn geld reeds vóór de ontvangst verteren〉¶ blé de Turquie • Turkse tarwe, maïsblé noir • boekweitm1) koren, graan2) poen, geld -
2 manger son blé en herbe
manger son blé en herbe
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский