-
1 übergeben
übergeben1 overhandigen ⇒ over-, doorgeven, overdragen, overlaten♦voorbeelden:die Sache einem Anwalt übergeben • een advocaat de zaak in handen geveneine Straße ihrer Bestimmung, dem Verkehr übergeben • een weg voor het verkeer openstellen1 overgeven, braken -
2 sein Amt übergeben
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский