-
21 verschonen
1 [van schoon goed voorzien] change2 [ontzien] spare♦voorbeelden:de bedden verschonen • put clean sheets on the bedszich verschonen • put on clean clothes -
22 Mühe
Mühe〈v.; Mühe, Mühen〉1 moeite, inspanning, last♦voorbeelden:jemandem Mühe machen • iemand last bezorgenkeine Mühe scheuen • geen moeite ontziender, die Mühe wert sein • de moeite waard zijnMühe auf etwas verwenden • moeite voor iets doenseine Mühe mit jemandem haben • met iemand veel te stellen hebbenmit (knapper) Müh und Not • met veel moeite, ternauwernood -
23 strapazieren
strapazieren1 veel vergen, eisen van ⇒ op de proef stellen, zwaar belasten2 niet ontzien ⇒ verslijten, overmatig gebruiken♦voorbeelden:3 strapaziert aussehen • er erg vermoeid, oververmoeid uitziensich strapazieren • zich zwaar inspannen
Страницы
- 1
- 2