-
1 zich herinneren
rekordáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > zich herinneren
-
2 припомнить
zich herinneren -
3 припоминать
zich herinneren -
4 put in mind
zich herinneren -
5 minnas
zich herinneren -
6 вспомнить
zich herinneren, terugdenken -
7 вспоминать
zich herinneren, terugdenken -
8 помнить
zich herinneren, nog weten -
9 keep in mind
-
10 mind
n. geest; verstand; hersenen; gedachte; herinneringsvermogen; opinie; wil--------v. er iets op tegen hebben; oppassen; letten op; voorzichtig zijn; er spijt van hebben; zich herinnerenmind1[ majnd]♦voorbeelden:speak one's mind • zijn mening zeggenin my mind • naar mijn meningbe in/of the same/one/a mind (on/about) • dezelfde mening toegedaan zijn (over)be in two minds (about) • het met zichzelf oneens zijn (omtrent)she is still of the same mind • zij is nog altijd dezelfde mening toegedaanto my mind • volgens mij2 nothing is further from my mind! • ik denk er niet aan!change one's mind • zich bedenkenmake up one's mind • tot een besluit komen2 verstand3 wil ⇒ lust, zin(nen)5 gevoel♦voorbeelden:have something on one's mind • iets op zijn hart hebbenwhat's on your mind? • waarover loop je te piekeren?drive someone out of his mind • iemand gek makenlose one's mind • gek wordenhave something in mind • iets van plan zijncross/enter one's mind • bij iemand opkomenget/put out of one's mind • uit zijn hoofd zettengive/put/set/turn one's mind to • zijn aandacht richten opread someone's mind • iemands gedachten lezenset one's mind to something • zich ergens op concentrerenit'll take my mind off things • het zal mij wat afleidenhis mind is on women • hij is met zijn gedachten bij de vrouwtjescast one's mind back (to) • terugblikken (op)come/spring to mind, come into one's mind • te binnen schietenkeep in mind • niet vergetenit slipped my mind • het is mij ontschotenwhom do you have in mind? • aan wie denk je?〈 informeel〉 it blew my mind • het verbijsterde me, ik stond er paf van————————mind2[ majnd]♦voorbeelden:→ mind out mind out/1 bezwaren hebben (tegen) ⇒ erop tegen zijn, zich storen aan♦voorbeelden:would you mind ringing? • zou je 's willen opbellen?would you mind? • zou je 't erg vinden?if you don't mind • als je er geen bezwaren tegen hebtI don't mind him • hij hindert me niet1 denken aan ⇒ bedenken, letten op2 zorgen voor ⇒ oppassen, bedienen♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeiennever (you) mind • het gaat je niet aannever mind the expense • de kosten spelen geen rolnever mind what your father said • ongeacht wat je vader zei2 he couldn't walk, never mind run • hij kon niet lopen, laat staan rennen -
11 rappeler
rappeler [raaplee]2 weer opbellen ⇒ terugbellen, opnieuw roepen4 doen denken aan ⇒ herinneren aan, gelijken op♦voorbeelden:rappeler qn. à la vie • iemand weer tot bewustzijn laten komen; 〈 figuurlijk〉 iemand de zin van het leven teruggevenrappeler qn. à l'ordre • iemand tot de orde roepen3 rappelez-moi votre nom • hoe heet u alweer?rappelez-moi au bon souvenir de • doet u de groeten aan♦voorbeelden:1. v1) terugroepen2) oproepen3) terugbellen5) terugbrengen [techniek]2. se rappelerv -
12 remember
v. zich herinneren, onthouden, denken aan[ rimmembə]1 (zich) herinneren ⇒ onthouden, van buiten kennen; denken aan/om♦voorbeelden:remember to post that letter • vergeet niet die brief te postenI can't remember posting that letter • ik kan me niet herinneren dat ik die brief heb gepostII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 remember the guide! • vergeet de gids niet!〈 informeel〉 I'll give him something to remember me by • ik zal hem eens iets geven dat hem zal heugen 〈 bijvoorbeeld pak slaag〉 -
13 recollect
-
14 recall
n. herinnering, aandenken; (het) terugbrengen; intrekking--------v. herinneren; terugbrengen; aflastenrecall1[ rikko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:beyond/past recall • onmogelijk te herinneren————————recall2[ rikko:l]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
15 think of
denken over; herinnerenthink of4 bedenken ⇒ voorstellen, verzinnen, (uit)vinden♦voorbeelden:1 (just/to) think of it! • stel je voor!now that I come to think of it • nu, als ik me goed bedenk2 be thinking of doing something • (juist) overwegen/van plan zijn iets te doenhe would never think of (doing) such a thing • zo iets zou nooit bij hem opkomenI won't/wouldn't/can't/couldn't think of it! • ik denk er niet aan!, geen sprake van!4 think of a number • neem/kies een getalwe'll think of something • we vinden er wel iets opthink little/not much of • een lage dunk hebben van; heel gewoon/niets bijzonders vindenbe well thought of • hoog aangeslagen worden¶ think better of it • zich bedenken, ervan afzien -
16 remémorer
-
17 erinnern
erinnern♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
18 besinnen
besinnen, sich〈formeel + 2e naamval〉2 zich (weer) bewust worden, zich bezinnen ⇒ zich (weer) voor de geest halen, terugvallen♦voorbeelden: -
19 bethink
v. denken, overdenken; herinneren♦voorbeelden: -
20 think
n. gedachten--------v. denken; nadenken; geloventhink11 gedachte♦voorbeelden:2 have a hard think about • diep/hard nadenken over————————think22 het verwachten ⇒ het vermoeden/in de gaten hebben♦voorbeelden:let me think • wacht eens (even)think for oneself • zelfstandig denken/oordelenthink to oneself • bij zichzelf denkenthink ahead to • (vooruit)denken aanthink aloud • hardop denken, zeggen wat men denktthink back to • terugdenken aanyes, I think so • ja, ik denk/geloof van welI don't think so, I think not • ik denk/geloof van nietthink twice • er (nog eens) goed over nadenkenthink about moving • er ernstig over denken om te verhuizenwhat are they thinking about? • waaraan denken ze?2 I thought as much • dat was te verwachten, ik vermoedde al zo iets〈slang; ironisch〉 you did a nice piece of work, I don't think • dat heb je (werkelijk) fantastisch gedaan (maar niet heus)→ think of think of/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 denken ⇒ vinden, geloven3 overwegen ⇒ (eraan/erover) denken, (half) van plan zijn, willen5 (in)zien ⇒ zich voorstellen, begrijpen6 verwachten ⇒ vermoeden, bedacht zijn op♦voorbeelden:1 think someone pretty • iemand knap/mooi vindenit is not thought proper • het hoort nietthink about/of • vinden/denken van, staan tegenover 〈 verklaring, beslissing, aanbod〉think out for oneself • voor zichzelf beslissen/bepalenshe thought away the whole afternoon • ze heeft de hele middag zitten (na)denkenthink out • overdenken, goed (na)denken overthink over • overdenken, in bedenking/overweging houdenone day to think the matter over • één dag bedenktijdthink through • doordenken, (goed) nadenken overthink up • bedenken, verzinnenand to think (that) • en dan te moeten bedenken datthink what you're doing • bedenk wat je doetI can't think now what her name was • haar naam wil me nu niet te binnen schietenthink nothing of something • iets niets bijzonders vinden, zijn hand voor iets niet omdraaienthink nothing of it • dat is niets/helemaal niet erg; geen dank, graag gedaan
См. также в других словарях:
Maastrichtian dialect — Not to be confused with Maastrichtian Dutch or a Maastrichtian accent which denotes the accent/regional variety of Standard Dutch spoken in Maastricht.. For other uses, see Maastrichtian (disambiguation). Maastrichtian Mestreechs (sometimes… … Wikipedia