-
1 marge bénéficiaire
-
2 bénéficiaire
bénéficiaire1 [beeneefiesjer]〈m. & v.〉♦voorbeelden:1 il est le bénéficiaire principal du testament • hij is de belangrijkste erfgenaam van het testament————————bénéficiaire2 [beeneefiesjer]♦voorbeelden:1. m/f1) begunstigde2. adj -
3 marge
marge [maarzĵ]〈v.〉2 marge ⇒ speelruimte, speling♦voorbeelden:des notes en marge • kanttekeningenmarge bénéficiaire • winstmargeavoir de la marge • alle tijd hebbenlaisser de la marge à qn. • iemand speelruimte laten3 en marge de la société • aan de zelfkant van, buiten de samenlevingf1) kantlijn, witte rand2) marge, speelruimte
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский