-
1 boiteux
-
2 boiter
-
3 branlant
-
4 fragile
-
5 chancelant
chancelant [sĵãslã]1 wankelend ⇒ waggelend, wankel, wiebelig2 besluiteloos ⇒ weifelend, aarzelendadj1) waggelend, wankelend2) zwakjes, aangeslagen [gezondheid]3) aarzelend -
6 chanceler
chanceler [sĵãslee]〈 werkwoord〉2 wankel staan ⇒ dreigen ten onder te gaan, te bezwijken3 aarzelen ⇒ weifelen, niet kunnen besluitenv1) waggelen, wankelen2) besluiteloos zijn, aarzelen -
7 jambe
jambe [zĵãb]〈v.〉4 steun ⇒ schraag, steunbalk♦voorbeelden:jambe de devant • voorbeenjambes en X • x-benenjambes arquées • o-benenjambes cagneuses • x-benenles jambes écartées • wijdbeensavoir de mauvaises jambes • slecht ter been zijnj'ai les jambes coupées • ik kan niet meer op mijn benen staanj'en ai eu les jambes coupées • ik stond te trillen op mijn benenavoir 10 kilomètres dans les jambes • 10 kilometer gelopen hebbenavoir les jambes en coton, comme du coton • slap in de benen zijnavoir les jambes en pâté de foie • knikkende knieën hebben, wankel op zijn benen staanavoir des jambes de vingt ans • nog goed ter been zijnn'avoir plus de jambes • geen benen meer hebben om op te staan, doodmoe zijncouper les jambes à qn. • iemand machteloos makense dégourdir les jambes • zich wat vertreden, een eindje om lopenla peur lui donne des jambes • uit angst zet hij het op een lopen〈 schertsend〉 cela me fait une belle jambe! • daar schiet ik toch niets mee op!jouer des jambes • er snel vandoor gaanprendre ses jambes à son cou • zich uit de voeten maken, de benen nementirer dans les jambes de, à qn. • iemand dwarszittens'enfuir à toutes jambes • er snel vandoor gaan, weghollen, wegvluchtenêtre dans les jambes de qn. • iemand voor de voeten lopenfaire qc. par-dessous, par-dessus la jambe • iets op z'n janboerenfluitjes doentenir sur ses jambes • op zijn benen (kunnen) staanf1) been, poot2) broekspijp3) steun -
8 manche
manche [mãsĵ]I 〈m.〉1 heft ⇒ steel, handvat(sel)♦voorbeelden:〈 figuurlijk, informeel〉 branler au, dans le manche • wankel zijn 〈 ook figuurlijk〉; 〈 ook〉 los aan de steel zitten5 quel manche! • wat een kluns!se débrouiller comme un manche, s'y prendre comme un manche • het dom aanleggen, het stom aanpakkenII 〈v.〉1 mouw♦voorbeelden:manche kimono • kimonomouwmanche raglan • raglanmouw, aangezette mouwmanche pagode • wijd openvallende mouwretroussons nos manches! • aan het werk!, vooruit!en manches de chemise • in (zijn) hemdsmouwensans manches • mouwloos¶ faire la manche • geld ophalen, bedelenla Manche • het Kanaal→ paire1. m1) steel, handvat2) hals [viool, gitaar]3) staart [ploeg]4) been [kotelet]5) sukkel, sufferd2. f1) mouw2) manche, partij [tennis]3) slang [techniek]4) zak [schip, vliegtuig] -
9 tremblant
-
10 avoir les jambes en pâté de foie
avoir les jambes en pâté de foieknikkende knieën hebben, wankel op zijn benen staanDictionnaire français-néerlandais > avoir les jambes en pâté de foie
-
11 bancal
♦voorbeelden: -
12 branler au, dans le manche
branler au, dans le mancheDictionnaire français-néerlandais > branler au, dans le manche
-
13 instable
instable [ẽstaabl]1 onstabiel ⇒ labiel, wisselvallig, onzeker♦voorbeelden:équilibre instable • wankel evenwichtpopulation instable • niet-gevestigde bevolking -
14 équilibre instable
équilibre instable
См. также в других словарях:
Wankel — ist der Familienname folgender Personen: Felix Wankel (1902–1988), deutscher Ingenieur und Erfinder des Wankelmotors Heinrich Wankel (1821–1897), tschechischer Höhlenforscher und archäologe Hermann Wankel (1928–1997), deutscher Klassischer… … Deutsch Wikipedia
Wankel — * Wankel, adj. et adv. welches im Hochdeutschen völlig veraltet ist, und nur zuweilen in den ältern Schriften für wankend, nicht fest, vorkommt. Unsteru fruintschaft machet wankeln mut, unbeständigen, Milo von Sevelingen. Auch Luther gebraucht… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Wankel — type of rotary internal combustion engine, 1961, from name of German engineer Felix Wankel (1902 1988) … Etymology dictionary
Wankel — Wankel, motor … Enciclopedia Universal
Wankel — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Le mot Wankel peut renvoyer à : Felix Wankel, ingénieur et inventeur allemand ; Moteur Wankel, moteur qu il a mis au point. Catégorie :… … Wikipédia en Français
Wankel — Übername zu mhd. wankel »schwankend, unbeständig« für einen wankelmütigen Menschen. Bekannter Namensträger: Felix Wankel, deutscher Ingenieur (20.Jh.), Erfinder des Wankelmotors … Wörterbuch der deutschen familiennamen
Wankel — n. family name; Felix Wankel (1902 1988), German engineer who invented the rotary engine called the Wankel engine … English contemporary dictionary
Wankel — Wạnkel, Felix, Ingenieur, * Lahr (Schwarzwald) 13. 8. 1902, ✝ Lindau (Bodensee) 9. 10. 1988; beschäftigte sich ab 1926 mit der Konstruktion eines Kreiskolbenmotors, ab 1936 in den vom Reichsluftfahrtministerium eingerichteten Wankel… … Universal-Lexikon
Wankel — ecorded as Wank, Wanck, Wancke, the diminutive Wankel, the occupational Wankmuller (Germany), and in England as Wanklin, Wankling, and Wanklyn, all diminutives, this is a surname of pre 7th century Anglo Saxon and early German origins. It has two … Surnames reference
Wankel engine — [waŋ′kəl; ] Ger [ väŋ′kəl] n. [after Felix Wankel (1902 88), Ger engineer and inventor] a rotary internal combustion engine having a three lobed rotor and requiring fewer parts than a comparable piston operated engine: it is less efficient and… … English World dictionary
Wankel engine — The Wankel engine is a type of internal combustion engine which uses a rotary design to convert pressure into a rotating motion instead of using reciprocating pistons. Its four stroke cycle is generally generated in a space between the inside of… … Wikipedia