Перевод: с французского на нидерландский

с нидерландского на французский

vrachtwagencombinatie

  • 1 train

    train [trẽ]
    〈m.〉
    1 treinspoortrein, spoor
    2 gang(ver)loop, vaart
    3 reekssleep, (maatregelen)pakket
    5 informeel kont
    6 van paard, hond(voor-, achter)hand
    voorbeelden:
    1    train à grande vitesse hogesnelheidstrein, flitstrein, supertrein
          train direct doorgaande trein, sneltrein
          train express sneltrein, expres(trein)
          train omnibus stop-, boemeltrein
          le train de Paris de trein uit, naar Parijs
    2    aller, mener un train d'enfer gevaarlijk hard, razendsnel rijden
          un train de sénateur een plechtstatige tred
          aller, mener bon train een flinke vaart hebben, snel gaan
          mener bon train qc. ergens vaart achter zetten
          aller (son) petit train kalmpjes aan doen, rustig verder gaan
          mettre qc. en train iets op gang brengen, ergens mee beginnen
          au train dont, du train où vont les choses zoals de zaken nu gaan
          en train bezig, aan de gang, actief, op dreef
          je ne suis pas en train ik ben niet erg in vorm, ik voel me niet best
          en train de 〈+ onbepaalde wijs〉 bezig te, in de stemming om
      →  fondmisevache 
    3    train de laminoir(s) walswerk
          train de pneus bandenwerk
          train routier •〈 vrachtwagencombinatie
    4    train d'atterrissage landingsgestel
          train arrière, avant achter-, voorstel
    5    informeel〉 se manier le train voortmaken, zich haasten, er vaart achter zetten, zijn kont roeren
    ¶    train de maison huispersoneel, huishouding
          train de vie leven(swijze), levensstandaard
          mener grand train op grote voet leven
          informeel〉 filer le train à qn. iemand achter zijn gat lopen, iemand op de hielen zitten, iemand op de voet volgen
          monter dans le train (en marche), prendre le train (en marche) zich (achteraf) aansluiten, mee gaan doen
    1. m
    1) rij
    3) gang, vaart
    5) onderstel [voertuig]
    6) kont, achterste
    2. en train
    m
    bezig, aan de gang

    Dictionnaire français-néerlandais > train

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка:
Нажмите правой клавишей мыши и выберите «Копировать ссылку»