-
1 Natur
Natur〈v.; Natur, Naturen〉♦voorbeelden:1 die belebte, unbelebte Natur • de levende, levenloze natuurnach der Natur malen • naar de natuur schilderenvon Natur (aus) • van naturejemandem gegen, wider die Natur gehen, sein • tegen iemands natuur, aard zijndas liegt nicht in seiner Natur • dat ligt niet in zijn aarddas ist ihm zur zweiten Natur geworden • dat is zijn tweede natuur geworden4 in der Natur der Dinge, Sache liegen • in de natuur, aard van de dingen, zaak liggenFragen (von) grundsätzlicher Natur • vragen van principiële aard5 in Eiche Natur • in blank eiken, eikenhoutdieses Haar ist Natur • dit haar is echt -
2 reden
reden♦voorbeelden:keine Silbe reden • geen stom woord zeggener lässt mit sich reden • er valt met hem te pratenvon einer Sache viel Redens machen • veel ophef van iets makendeutlich redende Beweise • bewijzen die duidelijke taal sprekendu hast gut, leicht reden! • jij hebt mooi, goed, makkelijk praten!von sich reden machen • van zich doen sprekendiese Musik redet zum Herzen • deze muziek spreekt tot het harter redet, wie ers versteht • hij spreekt naar hij verstand heeft -
3 treiben
treiben♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 sich treiben lassen • zich (willoos) door de stroom laten meevoeren; 〈 ook〉 zich laten gaan〈 figuurlijk〉 wohin werden die Dinge noch treiben? • hoe zullen de zaken zich ontwikkelen?der Saft trieb ins Holz • het sap schoot in het houtdie Hefe treibt • de gist rijstII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 doen aan, uitoefenen ⇒ (be)drijven, beoefenen♦voorbeelden:1 einen Kreisel treiben • een tol zwepen, aandrijvendas Wasser treibt das Rad • het water drijft het rad (aan)man muss ihn immer treiben! • je moet steeds achter hem aan zitten!〈 onpersoonlijk werkwoord〉 es treibt mich • ik (ge)voel de behoefte, ik voel me gedrevenwas mag ihn wohl treiben? • wat mag, zou hem toch bezielen?einen Reifen auf ein Fass treiben • een hoepel om een vat slaandie Wut wurde bis zur Siedehitze getrieben • de woede steeg tot het kookpuntetwas durch ein Sieb treiben • iets door een zeef haleneinen Nagel in die Wand treiben • een spijker in de muur drijven, slaandie Preise in die Höhe, nach oben treiben • de prijzen opdrijvendas trieb ihm den Zorn ins Gesicht • hij werd rood van kwaadheid (daardoor)das Vieh ins, zu Tal treiben • het vee naar het dal drijvenDemonstranten von der Straße treiben • demonstranten van de straat af-, verjagen, verdrijvenjemanden zur Arbeit treiben • iemand aan het werk zettenjemanden zur Eile treiben • iemand tot spoed aanzettenjemanden zur Verzweiflung treiben • iemand wanhopig maken2 Gymnastik treiben • (aan) gymnastiek doen, gymmenein Handwerk treiben • een ambacht uitoefenenLuxus treiben • in grote luxe levenSpionage treiben • aan spionage doen, spionerenSport treiben • aan sport doen, sportenein Studium treiben • een studie doen, studerenVorsorge treiben • voorzorgsmaatregelen treffen3 was treibst du den ganzen Tag? • wat doe jij zoal de hele dag?was treibt ihr (denn) hier? • wat voeren, spoken jullie hier uit?so darf, kann er es nicht mehr lange treiben • zo mag, kan hij niet lang meer blijven doorgaanes wüst treiben • woest tekeergaan, (lelijk, danig) huishoudenes schlimm, übel mit jemandem treiben • iemand slecht behandelen〈 informeel〉 es mit allerhand Männern treiben • zich met allerlei mannen afgeven, inlaten -
4 handeln
handeln1 handelen, handel drijven2 handelen, in- en verkopen♦voorbeelden:5 das Buch handelt über die, von der Entdeckung Amerikas • het boek gaat over de ontdekking van Amerika♦voorbeelden: -
5 so
so11 zo ⇒ (zo) van die, wat♦voorbeelden:also, na, nein, so (et)was! • nee maar!so etwas von Dummheit! • zoiets doms, stoms!so ein Pech! • wat 'n pech!————————so2〈 bijwoord〉1 zo♦voorbeelden:1 so genannt • zogenaamd, wat men noemt, zogenoemd, zogehetender eine sagt so, der andere so • de een zegt zus, de ander zoach, so ist das! • o, zit dat zo?so ist es! • juist!so mir nichts, dir nichts • zomaar (ineens), plotseling, plotsklapsbald so, bald so • nu eens zo, zus, dan weer zoso gut wie sicher • zo goed als zekernicht nur so • niet zomaarso viel • zoveel, evenveelso viel für heute • tot zover (voor) vandaagso weit • zover, tot zover, in zoverrees geht mir so weit gut • met mij gaat het redelijk, weldas ist so weit richtig, aber … • dat is wel juist, maar …und so weiter • enzovoort(s)so wenig • even weinig, zo weinig, evenminer ist so reich wie geizig • hij is net zo rijk als hij gierig isach so! • o, zit dat zo!, ah, zo!————————so3〈 voegwoord〉1 zo ⇒ als, hoe, dan♦voorbeelden:〈 formeel〉 er war nicht da, so bin ich gegangen • hij was er niet, dus ben ik maar gegaanso Leid es mir tut • hoezeer het me ook spijtsodass, so dass • zodat2 kaum war er weg, so kam ich an • nauwelijks was hij weg, of ik kwam aan
См. также в других словарях:
Dingen — Dingen, verb. irreg. act. Imperf. ich dung, Mittelwort gedungen; welches ehedem in eben so vielfachen Bedeutungen üblich war, als 1 Ding. Es bedeutete, 1. * Reden, sprechen. Vnz er thingota mit in, so lange er mit ihnen redete, Ottfried.… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Von — Von, ein Vorwort, welches in allen Fällen die dritte Endung, oder nach andern die sechste, erfordert, für deren eigenthümliches Merkmahl es in dem letztern Falle angegeben wird. Es bezeichnet allemahl den Ort oder die Sache, welchen eine Handlung … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
dingen — Vst. in Dienst nehmen erw. obs. (8. Jh.), mhd. dingen Vstsw, ahd. dingōn Vsw., as. thingon Stammwort. Aus g. * þeng ō (auch andere Stammbildungen) Vsw. eine Versammlung abhalten, einen Vertrag abschließen , auch in anord. þinga, ae. þingian, afr … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
von belanglosen Dingen reden — von belanglosen Dingen reden … Deutsch Wörterbuch
Von der Autorität — (1873) ist ein von Friedrich Engels (1820 1895) verfasster Artikel der sich gegen den sogenannten „antiautoritären Sozialismus“ aus dem Umfeld um Bakunin richtete. Der Artikel thematisiert das Verhältnis von Autonomie und Autorität im… … Deutsch Wikipedia
Dingen — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
dingen — Ding: Das heute im Sinne von »Gegenstand, Sache« verwendete Wort stammt aus der germ. Rechtssprache und bezeichnete ursprünglich das Gericht, die Versammlung der freien Männer; vgl. hierzu das Kapitel zur Sprachgeschichte Der germanische… … Das Herkunftswörterbuch
Von guten Mächten — Dietrich Bonhoeffer im August 1939[1] … Deutsch Wikipedia
Von guten Mächten treu und still umgeben — Dietrich Bonhoeffer im August 1939[1] … Deutsch Wikipedia
Von guten Mächten wunderbar geborgen — Dietrich Bonhoeffer im August 1939[1] … Deutsch Wikipedia
Friedrich Wilhelm Heinrich Alexander Freiherr von Humboldt — Alexander von Humboldt Gemälde von Joseph Stieler, 1843 Friedrich Wilhelm Heinrich Alexander von Humboldt (* 14. September 1769 in Berlin; † 6. Mai 1859 ebenda) war ein deutscher Naturforscher von Weltgeltung und Mitbegründer der Geographie als… … Deutsch Wikipedia