-
1 auto
♦voorbeelden:met de auto • en voituremet de auto rondrijden • faire de la voiturehij was bijna onder een auto gekomen • il a failli passer sous une voiture -
2 autorit
-
3 sleep
♦voorbeelden:een sleep achter zich aan hebben • remorquer une voiture -
4 autorijden
-
5 autoruit
-
6 de auto staat voor
de auto staat voor————————de auto staat voor -
7 hij heeft panne met de auto
hij heeft panne met de autosa voiture est tombée en panne, il a une panne de voiture -
8 indraaien
1 [draaiend in iets terecht komen] entrer (en tournant) dans♦voorbeelden:→ link=nor norII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door draaien in iets brengen] faire entrer (en tournant) dans♦voorbeelden:een schroef indraaien • serrer une vis -
9 inrijden
1 [naar binnen rijden] entrer dansII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [rijdend binnenbrengen] rentrer2 [geschikt maken voor gebruik] roder♦voorbeelden:recht op iemand inrijden • foncer sur qn. -
10 instappen
1 monter (en voiture, dans l'autobus, dans le train, à bord d'un avion, d'un navire)♦voorbeelden:1 reizigers voor Parijs, instappen! • les voyageurs pour Paris, en voiture! -
11 leaseauto
-
12 meerijden
1 〈 elk met eigen voertuig〉 accompagner (qn.) (en voiture, à bicyclette); 〈 in iemands auto〉 aller en voiture (avec qn.) -
13 omrijden
1 [langs een omweg rijden] faire un détour (en voiture)2 [om iets heen rijden] faire le tour (de)3 [rondrijden] se promener (en voiture) (dans)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omverrijden] renverser -
14 panne
♦voorbeelden:hij heeft panne met de auto • sa voiture est tombée en panne, il a une panne de voiture -
15 pech
♦voorbeelden:1 pech gehad! • pas de chance!pech hebben • jouer de malchancehij heeft ook altijd pech! • la malchance le poursuitpech onderweg • panne en cours de routepech met de auto • panne de voitureeen auto met pech • une voiture en panne -
16 rondrijden
1 [rijdend een kring beschrijven] faire un tour2 [toeren] faire un tour (en voiture)3 [plaatsen in een kring bezoeken] faire le tour (de)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met een voertuig rondleiden] promener (en voiture) -
17 slingeren
1 [zwaaien] osciller2 [zigzaggen] zigzaguer3 [zwaaiende beweging maken] balancer4 [ordeloos neergelegd zijn] traîner5 [kronkelen] serpenter♦voorbeelden:met de fiets slingeren • zigzaguer en vélode auto slingerde over de straat • la voiture zigzaguait dans la ruehij slingert als iemand die dronken is • il titube comme un ivrogneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met een zwaai werpen] lancer2 [zwaaiende beweging doen maken] agiter3 [winden om] enrouler4 [met een slinger voortbewegen] lancer avec une fronde♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 tussen vrees en hoop heen en weer geslingerd worden • osciller entre la crainte et l'espoirIII 〈wederkerend werkwoord; zich slingeren〉1 [kronkelen] serpenter2 [+ om][zich om een voorwerp kronkelen] s'enrouler (autour de)♦voorbeelden: -
18 voorligger
♦voorbeelden: -
19 voorrijden
1 [voor de deur, ingang komen] arriver (en voiture) devant la porte2 [voorop rijden] rouler en tête♦voorbeelden: -
20 wagen
wagen1〈de〉♦voorbeelden:een wagen inspannen • atteler un chariotmet de wagen komen • venir en voiture————————wagen21 risquer♦voorbeelden:de poging wagen • tenter l'expérienceeen gewaagde stelling • une thèse audacieusewaag het eens! • ose un peu!het erop wagen • tenter le coup〈 spreekwoord〉 wie niet waagt, die niet wint • qui ne risque rien, n'a rienzich op het ijs wagen • s'aventurer sur la glace
См. также в других словарях:
voiture — [ vwatyr ] n. f. • veiture « moyen de transport » v. 1200; lat. vectura « action de transporter », de vehere I ♦ Vx Mode de transport. « Les voitures d Orient se font par des bœufs, ou des chameaux » (Furetière). ♢ Par ext. Ce qui est transporté … Encyclopédie Universelle
Voiture M — Voiture lits Pour les articles homonymes, voir Voiture. Voiture lits T2 de la SNCF. Une voiture lits, appelée aussi wagon lits, es … Wikipédia en Français
Voiture MU — Voiture lits Pour les articles homonymes, voir Voiture. Voiture lits T2 de la SNCF. Une voiture lits, appelée aussi wagon lits, es … Wikipédia en Français
Voiture T2 — Voiture lits Pour les articles homonymes, voir Voiture. Voiture lits T2 de la SNCF. Une voiture lits, appelée aussi wagon lits, es … Wikipédia en Français
Voiture U — Voiture lits Pour les articles homonymes, voir Voiture. Voiture lits T2 de la SNCF. Une voiture lits, appelée aussi wagon lits, es … Wikipédia en Français
Voiture UH — Voiture lits Pour les articles homonymes, voir Voiture. Voiture lits T2 de la SNCF. Une voiture lits, appelée aussi wagon lits, es … Wikipédia en Français
voiture- — ⇒VOITURE , élém. de compos. A. [Corresp. à voiture B 2] Élém. entrant dans la constr. de subst. fém. 1. [Le 2e élém. est un subst. précisant la fonction, le type d utilisation du véhicule] V. voiture école (rem. a s.v. école), voiture radio (rem … Encyclopédie Universelle
voiture — VOITURE. s. f. Port, transport de marchandises, de hardes, de personnes. On a tant payé pour la voiture de ces marchandises. la voiture s en fait par mulets, par charroy, par bateau, &c. il a tant pour chaque voiture. la voiture de tant de… … Dictionnaire de l'Académie française
Voiture M6 — Rame de M6 Bruxelles midi, voiture pilote en tête … Wikipédia en Français
Voiture M5 — Rame de M5, voiture pilote en tête. Identificatio … Wikipédia en Français
Voiture K1-K2-K3 — Voiture K1/K2/K3 Voiture K1 du patrimoine SNCB … Wikipédia en Français