-
1 dampness
vochtigheid -
2 moistness
vochtigheid -
3 humidity
-
4 excretion
-
5 moisture
n. vocht; tranen (natte ogen); vochtigheid[ mojstsjə]♦voorbeelden: -
6 aridness
n. het droog zijn, gebrek aan vochtigheid -
7 dampness
n. vochtigheid -
8 dankness
n. vochtigheid, muf -
9 dehumidification
n. vermindering van vochtigheid -
10 drop in humidity
val in vochtigheid -
11 dry storage
droge opbergplaats (opberglaats van problematische werktuigen dat bewaard moet worden tegen vuil en vochtigheid) -
12 heat stress
warmtegolf, samengaan van hitte en vochtigheid -
13 high humidity
zware vochtigheid -
14 humidor
n. vat waar vochtigheid in stand blijft -
15 hydrotropic
adj. hydrotrofisch (in botanica-beweegt in richting van/ van bron van vochtigheid) -
16 hydrotropism
n. hydrotropisme (in biologie-groei of neiging in richting van bron van vochtigheid of verder van) -
17 moistener
n. middel dat vochtigheid/klamheid veroorzaakt -
18 moistness
n. vochtigheid -
19 muggily
adv. Hinderlijke vochtigheid (betreffend weer) -
20 relative humidity
relatieve vochtigheid
- 1
- 2