-
1 vlaag
♦voorbeelden:2 in een vlaag van verstandsverbijstering • in a frenzy, in a fit of insanitybij vlagen • in fits and starts, in spurts/bursts -
2 vlaag
n. storm, gust, fit, access, rush, waff, whiffle, seizure, flare up -
3 vlaag van woede
n. huff, fit of temper, fume -
4 handelen in een vlaag van verstandsverbijstering
handelen in een vlaag van verstandsverbijsteringact in a fit of madness/insanity; 〈 juridisch〉 do something whilst of unsound mindVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > handelen in een vlaag van verstandsverbijstering
-
5 in een vlaag van verstandsverbijstering
in een vlaag van verstandsverbijsteringin a frenzy, in a fit of insanityVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in een vlaag van verstandsverbijstering
-
6 stuifsneeuw
-
7 verstandsverbijstering
1 madness♦voorbeelden:1 handelen in een vlaag van verstandsverbijstering • act in a fit of madness/insanity; 〈 juridisch〉 do something whilst of unsound mindVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verstandsverbijstering
-
8 vleugje
♦voorbeelden:een vleugje romantiek/ironie • a romantic/an ironic flavourer is geen vleugje wind • there isn't a puff of wind
См. также в других словарях:
Flaw — (fl[add]), n. [OE. flai, flaw flake; cf. Sw. flaga flaw, crack, breach, flake, D. vlaag gust of wind, Norw. flage, flaag, and E. flag a flat stone.] 1. A crack or breach; a gap or fissure; a defect of continuity or cohesion; as, a flaw in a knife … The Collaborative International Dictionary of English