-
1 coiffer
coiffer [kwaafee]♦voorbeelden:2 coiffer qn. bien • iemand goed staan, iemand (goed) kleden6 se faire coiffer (au poteau) • op het laatste moment ingehaald, geklopt worden1 zich kappen ⇒ zich het haar opmaken, zich kammen1. v1) kappen, het haar opmaken of knippen (van)3) opzetten [hoed]2. se coifferv1) zich het haar opmaken, zich kammen2) opzetten -
2 passionné
passionné [paasjonnee]1 hartstochtelijk ⇒ vurig, enthousiast♦voorbeelden:1 être passionné de, pour • een hartstochtelijk aanhanger zijn van, verzot zijn opc'est un(e) passionné(e) • hij, zij is een gepassioneerd(e) man, vrouwadj -
3 être passionné de, pour
être passionné de, poureen hartstochtelijk aanhanger zijn van, verzot zijn op -
4 raffoler
-
5 passionner
passionner [paasjonnee]1 boeien ⇒ meeslepen, pakken -
6 amoureux
amoureux [aamoereu]♦voorbeelden:tomber amoureux de • verliefd worden opun amoureux • geliefde, aanbidder, minnaar, vrijer1. m (f - amoureuse)geliefde, aanbidder, minnaar2. = amoureuse; adj2) liefde(s)-3) verzot (op) -
7 fou
fou1 [foe]〈m.〉1 gek ⇒ dwaas, idioot, krankzinnige2 (hof)nar♦voorbeelden:maison de fous • gekkenhuisêtre fou furieux • razend van woede zijnfaire le fou • gek doen〈 spreekwoord〉 plus on est de fous, plus on rit • hoe meer zielen, hoe meer vreugd————————fou2 [foe],fol, folle [fol]1 gek ⇒ dwaas, idioot, krankzinnig3 enorm ⇒ krankzinnig veel, groot♦voorbeelden:fol qui s'y fie • dwaas die het gelooftfou à lier • stapelgekfou de • gek op, dol verliefd op, verzot opje ne suis pas assez fou pour te croire • ik ben niet zo gek je te geloven→ herbe2 aiguille folle • dol geworden naald, wijzerbalance folle • doorslaande weegschaalmèche folle • weerbarstige lokfou rire • slappe lachvierge folle • lichtzinnig vrouwtjeça fait un temps fou que je ne l'ai pas vue • ik heb haar al ontzettend lang niet gezienc'est fou ce que c'est cher • belachelijk zo duur als dat is1. m1) gek, dwaas2) nar3) loper [schaken]2. fou, fol, folleadj1) gek, krankzinnig3) enorm, groot4) wild [biologie]3. fou (de)adjdol verliefd, gek (op) -
8 passion
passion [paasjõ]〈v.〉1 hartstocht ⇒ (grote) liefde, voorliefde♦voorbeelden:c'est sa passion • dat is zijn, haar grote zwakavec passion • hartstochtelijkfhartstocht, passie -
9 enticher
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский