-
1 verzamelnaam
1 [taalkunde](nom <m.>) collectif 〈m.〉 -
2 verzamelnaam
1 [taalkunde] collective (noun)2 [naam waaronder gelijksoortige begrippen worden gevat] collective/generic term/name ⇒ umbrella term -
3 verzamelnaam
сущ. -
4 verzamelnaam
n. collective noun -
5 volk
♦voorbeelden:1 een zeevarend/een handeldrijvend volk • a seafaring/commercial peoplede Engelsen zijn een volk op zich • the English are a race aparthet mindere volk • the lower classes -
6 имя существительное собирательное
ngram. collectief, verzamelnaamDutch-russian dictionary > имя существительное собирательное
-
7 bisschop
-
8 collectief
collectief1〈 het〉1 [verzamelnaam] collective (noun)2 [gemeenschap] collective, cooperative————————collectief2♦voorbeelden:collectieve druk/lastendruk • burden of social chargescollectief eigendom • collective/joint ownershipcollectieve sector • public sectorcollectieve uitgaven • public expenditurecollectief ontslag vragen/indienen • resign in a body -
9 grind
〈 verzamelnaam〉♦voorbeelden: -
10 gruis
〈 verzamelnaam〉♦voorbeelden: -
11 haar
haar11 [haarvezel] hair2 [meervoud] [haardos] hair♦voorbeelden:zich de haren uit het hoofd trekken • tear one's hair, kick oneselfiets met de haren erbij slepen/trekken • drag something in (by the head and shoulders)geen haar op m'n hoofd die eraan denkt • I would not dream of itiemand geen haar krenken • not touch a hair of someone's headberouw/spijt hebben als haren op z'n hoofd • feel as sorry as could beelkaar in de haren vliegen • fly at each other, be at each other's throatsiemand tegen de haren instrijken • rub someone up the wrong wayiemand de haren te berge doen rijzen • make someone's hair stand on endm'n haren rezen te berge (van schrik) • my hair stood on end (with fear)het scheelde maar een haar of ik had haar geraakt • I just missed hitting herop een haar na • very nearlygeen haar beter zijn • not be a whit/one bit better1 [al de lichaamsharen] hair2 [het hoofdhaar] hair♦voorbeelden:z'n haar kammen/borstelen • comb/brush one's hairz'n haar laten knippen • have a haircutz'n haar verven • dye one's hairgoed in z'n haar zitten • have a thick head of hair————————haar2♦voorbeelden:hij gaf het haar • he gave it to herdie van haar is wit • hers is whiteII 〈bezittelijk voornaamwoord; vrouwelijk enkelvoud〉♦voorbeelden:zij doet het hare • she does her share -
12 kolen
〈 verzamelnaam〉1 coal♦voorbeelden:1 gloeiende kolen • glowing coal(s)/emberskolen stoken • burn coalkolen winnen • mine coaldeze machine loopt op kolen • this machine burns coal -
13 krachtterm
-
14 lijfwacht
-
15 nylon
-
16 puik
-
17 roddelpers
-
18 sanitair
sanitair1〈 het〉 〈 verzamelnaam〉♦voorbeelden:————————sanitair21 sanitary♦voorbeelden:uit sanitair oogpunt • for sanitary reasonssanitaire voorzieningen • toilet facilities -
19 trompetbloem
-
20 varia
- 1
- 2