-
1 brouiller
brouiller [broejee]1 verwarren ⇒ in de war brengen, (ver)storen, vertroebelen2 door elkaar halen ⇒ (door elkaar) schudden, vermengen♦voorbeelden:avoir les yeux brouillés • een waas voor de ogen hebbenoeufs brouillés • roereierenbrouiller les pistes • de sporen uitwissen1 verward, in de war raken ⇒ troebel worden3 gebrouilleerd raken (met) ⇒ ruzie krijgen, in onmin raken♦voorbeelden:1 ma vue se brouille • ik kan niet meer duidelijk zien, het duizelt me voor de ogen1. v1) verwarren, in de war brengen2) vertroebelen6) vervagen [herinnering]2. se brouillerv3) betrekken [weer]5) mislopen -
2 confondre
confondre [kõfõdr]2 (met elkaar) verwarren ⇒ verwisselen, door elkaar halen4 weerleggen ⇒ aan de kaak stellen, in het nauw drijven♦voorbeelden:rester confondu • versteld staan♦voorbeelden:v1) (ver)mengen -
3 embrouiller
embrouiller [ãbroejee]♦voorbeelden:1. v1) verwarren2. s'embrouillerv1) in de war raken, ingewikkeld raken -
4 emmêler
-
5 mêler
-
6 troubler
troubler [troeblee]2 verstoren ⇒ in de war sturen, verijdelen3 verwarren ⇒ in de war brengen, verontrusten♦voorbeelden:2 de kluts kwijtraken ⇒ in de war raken, in verlegenheid rakenv1) vertroebelen2) ver-storen3) verwarren4) verontrusten -
7 enchevêtrer
enchevêtrer [ãsĵvetree]♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
8 compliquer
compliquer [kõpliekee]1 ingewikkeld(er) maken ⇒ moeilijk(er) maken, verwarren1 ingewikkeld, moeilijk worden ⇒ verergeren♦voorbeelden:la maladie s'est compliquée d' une pneumonie • bij de ziekte kwam nog een longontstekingse compliquer de • gepaard gaan met, vergezeld gaan van1. vingewikkeld maken, compliceren2. se compliquerv1) ingewikkeld(er)/moeilijk(er) worden2) verergeren -
9 mélanger
mélanger [meelãzĵee]〈 werkwoord〉2 met elkaar verwarren ⇒ overhoop gooien, door elkaar halen♦voorbeelden:mélanger une chose et une autre chose • twee dingen met elkaar verenigen, combineren→ carte1. v2) combineren3) versnijden [wijn]4) kruisen [dieren]2. se mélangerv2) neuken -
10 obscurcir
obscurcir [opskuursier]2 verwarren ⇒ onduidelijk maken, versluieren2 afnemen ⇒ minder worden, tanenv1) verduisteren2) onduidelijk maken, verhullen -
11 désorbiter
désorbiter [deezorbietee]3 uit zijn gewone doen brengen ⇒ van de wijs brengen, verwarren -
12 emberlificoter
emberlificoter [ãberliefiekottee]♦voorbeelden:3 comme c'est emberlificoté! • wat een ingewikkeld gedoe!2 de draad kwijtraken (van) ⇒ in de war raken, zich verliezen (in) -
13 entortiller
-
14 obnubiler
См. также в других словарях:
verwarren — bruya … Woordenlijst Sranan
Unmutston — (oder „Ottenton“) nennt man eine Reihe von über 20 Sprüchen in mittelhochdeutscher Sprache Walthers von der Vogelweide, eines der bekanntesten deutschen Dichter des Mittelalters. Einige davon beziehen sich auf Papst Innozenz III. (†1216), der… … Deutsch Wikipedia
Old Frankish — Spoken in formerly the Netherlands, Belgium, Luxembourg, Northern France, Western Germany Era Evolved into Old Low Franconian by the 8th century Language family Indo European … Wikipedia
Lucius Orbilius Pupillus — La statue en haut à droite, sur la façade de la cathédrale de Benevento pourrait représenter Orbilius[1]. Lucius Orbilius Pupillus (Benevento, v. 113 Rome, v. 13) est un grammairien e … Wikipédia en Français
Диалекты нидерландского языка — Нидерландские диалекты Диалекты нидерландского языка (нидерландские диалекты) представляют собой разновидности нидерландского языка … Википедия
Schlüssel — 1. Den Schlüssel zur Ehre darf man nicht verborgen. Die Russen: Es gibt kein Schloss für die Ehre, wenn man nicht selber den Schlüssel hat. (Altmann VI, 495.) 2. Der alte Schlüssel schliesst am besten. – Frischbier2, 3248. 3. Der Schlüssel, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon