Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

verkwisten

Толкование Перевод

1 put down the drain

verkwisten

English-Dutch dictionary > put down the drain
2 waste

adj. overbodig, overtollig, niet uitgebuit; afvals-; verlaten; geruïneerd; woest; vervallen
--------
n. verkwisting; uitbuiting; verlies; vernieling; vernietiging; wildernis; woestijn; afval; bijprodukten van afval; riool (water)
--------
v. verkwisten, uitbuiten; ruïneren; beschadigen; uitdunnen; vergaan; vernietigd worden; likwideren; vermoorden (slang)

waste¹

[ weest] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 woestenij ⇒ woestijn 〈 ook figuurlijk〉

2 verspilling

3 afval(product) ⇒ puin, vuilnis

♦voorbeelden:

3   go to waste, run to waste • verloren gaan, verspild worden

————————

waste²

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 woest ⇒ braak(liggend), verlaten

2 afval- ⇒ overtollig

♦voorbeelden:

1   waste land • woestenij

     lay waste • verwoesten

     lie waste • braak liggen

————————

waste³

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 verspillen

2 verspild worden

3 〈vaak +away〉 wegteren ⇒ wegkwijnen

♦voorbeelden:

1   〈 spreekwoord〉 waste not, want not • verteert vandaag niet wat u morgen kan ontbreken

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 verspillen ⇒ verkwisten

2 〈 vaak passief〉 verwoesten

3 〈Amerikaans-Engels; slang〉 koud maken ⇒ om zeep helpen

♦voorbeelden:

1   not waste words (on something) • (ergens) geen woorden (aan) vuil maken

     waste time on something • tijd verspillen aan iets

English-Dutch dictionary > waste
3 dissipate

v. uit elkaar drijven, uit elkaar gaan; verbannen, verdrijven

dissipate

[ dissippeet]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 zich verspreiden ⇒ verdwijnen

♦voorbeelden:

1   the mob rapidly dissipated • de menigte ging snel uiteen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 verdrijven ⇒ verjagen, doen verdwijnen

2 verspillen 〈 geld, krachten enz.〉 ⇒ verkwisten

♦voorbeelden:

1   the sun dissipated the fog • de zon deed de mist optrekken

2   dissipate one's energy • zijn krachten verspillen

English-Dutch dictionary > dissipate
4 fritter away

fritter away

1 verkwisten ⇒ verspillen

English-Dutch dictionary > fritter away
5 misspend

v. verkwisten

misspend

[ misspend] 〈 misspent, misspent [misspent]〉

1 verspillen ⇒ onverstandig uitgeven; 〈 figuurlijk〉 vergooien

English-Dutch dictionary > misspend
6 overspend

v. te veel uitgeven (geld), te veel verkwisten (geld)

overspend

I 〈onovergankelijk en overgankelijk werkwoord; wederkerend werkwoord〉

1 te veel uitgeven ⇒ op te grote voet leven

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 meer uitgeven dan

English-Dutch dictionary > overspend
7 spend

v. over de balk gooien, uitgeven; besteden, doorbrengen; uitputten

spend

[ spend] 〈 spent, spent [ spent]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 geld uitgeven ⇒ betalen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 uitgeven ⇒ spenderen, besteden

2 doorbrengen ⇒ wijden

3 verkwisten ⇒ verspillen

4 uitputten

♦voorbeelden:

1   spend money on/ 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 for • geld spenderen aan

2   spend the evening watching TV • de avond doorbrengen met tv kijken

4   the storm had soon spent its force • de storm was spoedig uitgeraasd

     spend oneself in friendly words • zich uitputten in vriendelijke woorden

English-Dutch dictionary > spend
8 splash

adv. geklater, geplas, geplons, plons; klets, kwak
--------
n. plons, vlek, spat
--------
v. spatten; plassen, rondspetteren; klateren; bespatten

splash¹

[ splæsj]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 plons

2 vlek ⇒ spat

3 schreeuwende krantenkop ⇒ voorpaginanieuws

4 〈 informeel〉 succes ⇒ faam

♦voorbeelden:

4   〈 informeel〉 make a splash • opzien baren

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 gespetter ⇒ gespat

2 〈Brits-Engels; informeel〉 (spuit)water ⇒ scheutje (spuit)water

♦voorbeelden:

2   scotch and splash • whisky-soda

————————

splash²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (rond)spatten ⇒ uiteenspatten

2 plassen ⇒ rondspetteren

3 klateren ⇒ kletteren

♦voorbeelden:

1   splash about • rondspatten

¶ splash down • landen in zee 〈 van ruimtevaartuig〉

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (be)spatten

2 laten spatten

3 met grote koppen in de krant zetten

4 〈Brits-Engels; informeel〉 verkwisten

♦voorbeelden:

4   〈 informeel〉 he splashes his money about, he splashes out money • hij smijt met geld

————————

splash³

〈 bijwoord〉

1 met een plons

English-Dutch dictionary > splash
9 splurge

n. drukte, een vertoning geven
--------
v. drukte/vertoon maken; geld verspillen

splurge¹

[ splə:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 uitspatting ⇒ het zich te buiten gaan

2 vertoon ⇒ spektakel

————————

splurge²

〈 werkwoord〉〈 informeel〉

1 (geld) verspillen/verkwisten ⇒ zich te buiten gaan

2 een vertoning weggeven ⇒ demonstratief doen

♦voorbeelden:

1 splurge on a twelve-course dinner • zich te buiten gaan aan een diner van twaalf gangen

English-Dutch dictionary > splurge
10 funnel funds

geld verkwisten

English-Dutch dictionary > funnel funds
11 money burns holes in one's pocket

geld brandt in zijn zakken (wil het spoedig verkwisten)

English-Dutch dictionary > money burns holes in one's pocket
12 not let the grass grow under one's feet

geen tijd verliezen, geen tijd verkwisten

English-Dutch dictionary > not let the grass grow under one's feet
13 overspending

n. te veel uitgeven (geld), te veel verkwisten (geld)

English-Dutch dictionary > overspending
14 play ducks and drakes with

geld verkwisten

English-Dutch dictionary > play ducks and drakes with
15 prodigalize

v. verkwisten van geld

English-Dutch dictionary > prodigalize
16 slather

n. overdadig aantal (slang)
--------
v. overdadig besmeren (slang); verkwisten (slang)

English-Dutch dictionary > slather
17 throw about money

geld verkwisten

English-Dutch dictionary > throw about money
18 to blunder away an advantage

een voordeel verkwisten

English-Dutch dictionary > to blunder away an advantage

См. также в других словарях:

Schwätzer — 1. Dem Schwätzer und dem Frosche wackelt gern die Gosche. Engl.: Gossips and frogs drink and talk. (Bohn II, 10.) 2. Dem schwetzer geht die Zunge vors maul. – Lehmann, 714, 2. Schwed.: Sqvaller sugga wil all tugga. (Grubb, 758.) 3. Der Schwätzer… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

verkwisten

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

verkwisten

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: