-
1 verkreukelen
verkreukelen, verkreuken1 [kreukels krijgen] wrinkle♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door kreuken bederven] wrinkle/crumple (up)♦voorbeelden: -
2 verkreukelen
-
3 verkreukelen
( (из)(с)мять); (с)комкать* * *гл.общ. мять, мяться, смяться, комкать -
4 verkreukelen
v. rumple, crumple, screw up -
5 verkreukelen
froisser -
6 papier verkreukelen
papier verkreukelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > papier verkreukelen
-
7 verkreuken
→ link=verkreukelen verkreukelen -
8 комкать
vgener. (iets) in elkaar friemelen (что-л.), verfomfaaien, verfommelen, verfrommelen, verkreukelen, verkreuken -
9 мять
vgener. verfommelen, verkreukelen, verkreuken, (iets) in elkaar friemelen, kneden, kreukelen, kreuken, verfomfaaien, verfrommelen -
10 мяться
vgener. verfommelen, verkreukelen, verkreuken, kreukelen, kreuken -
11 смяться
vgener. verfommelen, verkreukelen, verkreuken -
12 frommelen
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский