-
1 verkondigen
нести; молоть; пороть* * *гл.общ. возвещать, объявлять, проповедовать -
2 op de daken verkondigen
-
3 van de daken verkondigen
-
4 разглашать
v1) gener. openbaar maken, oververtellen, verraden, (iets) op de daken verkondigen, (iets) van de daken verkondigen, ompraten, omverpraten, omzeggen, ruchtbaar maken, uitbazuinen, verspreiden2) liter. uitdragen -
5 рассказывать повсюду
vgener. (iets) op de daken verkondigen, (iets) van de daken verkondigen -
6 возвещать
vgener. aankondigen, omroepen, verkondigen -
7 объявлять
v1) gener. afroepen, uitroepen, verkondigen, aangeven, aangifte doen, aankondigen, aanzeggen, adverteren, afficheren (афишей), afkondigen, annonceren, bekendmaken, boodschappen, kond doen, kond maken, omroepen, proclameren, verklaren2) law. betekenen (приговор) -
8 проповедовать
vgener. verkondigen, leraren (умение и т.п.), prediken, preken
Перевод: со всех языков на русский
с русского на все языки- С русского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский