-
1 cast away one's life
-
2 cast away
weggeworpen; gestrand {een schip}cast away♦voorbeelden:1 be cast away • (moederziel) alleen achterblijven; 〈 in het bijzonder na een schipbreuk〉 aanspoelen 〈 op een onbewoond eiland〉 -
3 chuck away opportunities
chuck away opportunitieskansen vergooien/weggooien -
4 chuck
n. streek,aaitje (onder de kin); ruk; worp; kauwplaat (v. draaibank)--------v. (zacht)kloppen, strijken, aaien, (weg)gooienchuck1[ tsjuk] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ give/get the chuck • de bons geven/krijgen————————chuck2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:chuck the stuff in the van • het spul in de bestelwagen gooienchuck away opportunities • kansen vergooien/weggooienchuck someone out • iemand eruit donderenchuck it! • schei uit!, hou (ermee) op!chuck it in • er de brui aan geven, ermee ophoudenchuck up a job/everything • een baan/alles opgeven -
5 misspend
v. verkwisten -
6 prostitute
n. prostituée, hoer--------v. prostitueren; zich prostitueren; eer/vermogen voor geld verkopenprostitute1[ prostitjoe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 prostitué, prostituee♦voorbeelden:————————prostitute2〈 werkwoord〉1 prostitueren ⇒ tot prostitué/prostituee maken2 vergooien ⇒ verlagen, misbruiken♦voorbeelden: -
7 throw away
weggooien, wegwerpen, wegsmijten; verspillenthrow away♦voorbeelden:she has thrown herself away on an unworthy man • ze heeft zich vergooid aan een waardeloze vent -
8 sin one's mercies
niet dankbaar zijn voor zijn geluk, zijn geluk vergooien
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский