-
1 Verdacht
Verdacht〈m.; Verdacht(e)s, Verdachte of Verdächte〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 etwas auf Verdacht tun • iets op goed geluk, uit voorzorg doenjemanden im, in Verdacht haben • iemand verdenkenin Verdacht geraten • verdacht worden -
2 Boden
Boden〈m.; Bodens, Böden〉♦voorbeelden:Boden gewinnen • veld, terrein winnenBoden gut-, wettmachen • terrein herwinnen, terugkomenan Boden verlieren • terrein verliezendem Verdacht den Boden entziehen • alle reden tot verdenking wegnemenetwas dem Boden gleichmachen • iets met de grond gelijkmakenam Boden zerstört sein • totaal op zijnauf dem Boden der Tatsachen stehen • (a) zich aan de feiten houden; (b) met beide benen op de grond blijvenjemandem den Boden unter den Füßen wegziehen • de poten onder iemand af-, wegzagenzu Boden gehen • tegen de grond, vlakte gaandie Augen zu Boden schlagen • de ogen neerslaan -
3 Fluchtverdacht
-
4 Indiz
Indiz〈o.; Indizes, Indizien〉♦voorbeelden: -
5 Mordverdacht
-
6 Schatten
Schatten〈m.; Schattens, Schatten〉♦voorbeelden:nicht der Schatten eines Verdachts • niet de minste verdenkingnur ein Schatten seiner selbst • nog maar een schim, schaduw van zichzelf〈 figuurlijk〉 jemanden, etwas in den Schatten stellen • iemand, iets in de schaduw stellen -
7 Tatverdacht
-
8 Verdacht auf Steuerhinterziehung
Verdacht auf SteuerhinterziehungWörterbuch Deutsch-Niederländisch > Verdacht auf Steuerhinterziehung
-
9 Verdachtsgrund
-
10 ablenken
ablenken2 afwenden, afbrengen ⇒ afwentelen4 van richting doen veranderen ⇒ afweren, pareren♦voorbeelden:〈 ook onovergankelijk werkwoord〉 vom Thema ablenken • van onderwerp veranderen, het gesprek op een ander onderwerp brengen -
11 aufdrängen
aufdrängen♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
12 aufsteigen
aufsteigen1 (op)stijgen, omhoogstijgen ⇒ (op)klimmen3 (op)stappen ⇒ op-, bestijgen♦voorbeelden:5 ein Verdacht steigt in mir auf • een verdenking komt in, bij mij op -
13 dem Verdacht den Boden entziehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > dem Verdacht den Boden entziehen
-
14 der Verdacht ruht auf ihm
der Verdacht ruht auf ihmWörterbuch Deutsch-Niederländisch > der Verdacht ruht auf ihm
-
15 der Verdacht wird auf ihm sitzen bleiben
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > der Verdacht wird auf ihm sitzen bleiben
-
16 dringend
dringend♦voorbeelden: -
17 ein Verdacht drängt sich mir auf
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein Verdacht drängt sich mir auf
-
18 ein Verdacht steigt in mir auf
een verdenking komt in, bij mij opWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein Verdacht steigt in mir auf
-
19 ein dringender Verdacht
-
20 einen Verdacht ablenken
- 1
- 2