-
21 rather
adv. vrij, tamelijk, nogal; liever, eerder[ ra:ðə, 〈in betekenis 0.6〉 ra:ðə:]2 juister (uitgedrukt) ⇒ liever/beter gezegd3 enigszins ⇒ tamelijk, nogal, wel4 meer ⇒ sterker, in hogere mate♦voorbeelden:2 she's my wife, or rather she was my wife • zij is mijn vrouw, of liever ze was mijn vrouwa rather shocking experience, rather a shocking experience • een nogal schokkende ervaringbe rather surprised • een beetje verbaasd zijn4 she depends rather on her husband's than on her own income • ze is meer van haar mans inkomen afhankelijk dan van het hare5 It's not raining. Rather, it's a sunny day • Het regent niet. Integendeel, het is een zonnige dag6 ‘Would you like a drink?’ ‘Rather!’ • ‘Een borrel?’ ‘Nou en of!’, ‘Dat sla ik niet af!’ -
22 somewhat
adv. enigszins; iets, wat[ sumwot]1 enigszins ⇒ in zekere mate, een beetje, wat, iets♦voorbeelden: -
23 stare with surprise
stare with surprise -
24 stare
n. staren--------v. aanstaren; doordringend aankijkenstare1[ steə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————stare2♦voorbeelden:stare with surprise • verbaasd starenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:stare someone down/out • iemand aanstaren tot hij de ogen neerslaat -
25 thunderstruck
adj. als door de bliksem getroffen, verbaasd, verbijsterdthunderstruck -
26 wide-eyed
-
27 wonder
n. wonder; verwondering--------v. wonderen; verwonderen; zich verwonderen; zich afvragenwonder1[ wundə]♦voorbeelden:it's a wonder (that) • het is een wonder (dat)1 verwondering ⇒ verbazing, bewondering♦voorbeelden:filled with wonder • vol bewondering→ small small/————————wonder2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:I don't wonder at her hesitation • haar aarzeling verbaast me nietI shouldn't wonder if • het zou me niet verbazen alsI wonder that she didn't leave • het verbaast me dat ze niet is weggegaan2 I wonder what time/who it is • hoe laat/wie zou het zijn?I wonder who will win • ik ben benieuwd wie er wintshe was just wondering how you were • ze vroeg zich net af hoe het met je gingI wonder whether I might ask you something • zou ik u iets mogen vragen?I wonder whether she noticed • ik vraag me af of ze het gemerkt heeft3 Is that so? I wonder • O ja? Ik betwijfel het (ten zeerste)/moet het nog zien -
28 your
pron. van jou; van U; van jullie1 jouw/jullie ⇒ je, uw, van jou/jullie♦voorbeelden:1 this is your day • dit is jullie grote dag/geluksdagyour man • de man over wie je 't hadwork your hardest • werken zo hard je kuntI was surprised at your leaving so hastily • ik was verbaasd dat je zo haastig vertrok2 so this is your Hyde Park! • dit is dus dat (beroemde) Hyde Park van jullie!¶ where are your Pele's now? • waar zijn de Pele's nu? -
29 flabbergasted
adj. verstomd, verbaasd, verbijsterd -
30 freaked
adj. verbaasd; alsof verslaafd aan iets geheel toegewijd zijnd; vreemd, abnormaal -
31 unamazed
adj. zonder verbaasd te zijn -
32 unastonished
adj. niet verbaasd -
33 wondering
adj. afgevraagd; verwonderd; verbaasd
Страницы
- 1
- 2