-
1 vastzitten
2 [vastgehecht zijn] be stuck/fixed♦voorbeelden:vastzitten in de file • be stuck in a tailbacker zit een groot risico aan vast • it involves (a) great risk5 hij heeft het beloofd; nu zit hij eraan vast • he made that promise, he can't get out of it now -
2 haken
-
3 klemmen
♦voorbeelden:zijn vinger(s) tussen de deur klemmen • jam one's finger(s) in the door2 [overtuigen, dwingen] be conclusive/convincing3 [benauwen] oppress
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский