-
61 coinçage
-
62 constituer une rente à qn.
constituer une rente à qn.Dictionnaire français-néerlandais > constituer une rente à qn.
-
63 to confine
opsluitenvastzetten -
64 to lock
arreterenborgengrendelenopsluitensluitensperrenvastzettenvergrendelenzekeren -
65 avspärra
1) blokkeren2) vastzetten -
66 block
1) blokkeren2) vastzetten -
67 blockera
1) vastzetten2) blokkeren -
68 klots
1) blokkeren2) vastzetten -
69 kvarter
1) stadswijk2) vastzetten3) wijk4) blokkeren5) buurt -
70 Geld festlegen
geld vastzetten, beleggen -
71 abspannen
-
72 ansetzen
ansetzenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 beginnen, vormen5 aanzetten, vormen7 ramen, begroten♦voorbeelden:das Glas ansetzen • het glas aan de mond zetten6 eine Besprechung auf, für den nächsten Tag ansetzen • een bespreking voor de volgende dag vaststellen9 eine Bowle, einen Likör ansetzen • een bowl, likeur bereiden¶ 〈 figuurlijk〉 den Hebel an der richtigen Stelle ansetzen • iets goed, op de juiste manier aanpakken♦voorbeelden:1 Kalk, Zahnstein setzt sich an • kalk, tandsteen zet aan -
73 die Waage arretieren
-
74 einbetonieren
einbetonieren1 in beton inbedden, vastzetten -
75 eingipsen
-
76 einlagern
einlagern -
77 festsetzen
-
78 feststellen
-
79 klemmen
klemmen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 (zich) klemmen ⇒ knellen, kneuzen1 achter iets heen zitten, (met ijver) aanpakken♦voorbeelden: -
80 verkeilen
Страницы