-
1 peg at
vastleggen op -
2 to lay down
vastleggen -
3 to record on tape
vastleggen -
4 lay down
vastleggenlay down2 vastleggen ⇒ voorschrijven, bepalen♦voorbeelden:lay oneself down • gaan liggen -
5 setting priorities
vastleggen van belangrijkheden, vastleggen van prioriteiten -
6 chock
n. stoot(blok), klos, klamp, remblok--------v. vastzetten, blokkeren, vastleggen; samenpersenchock1[ tsjok] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 blok ⇒ klos, klamp————————chock2〈 werkwoord〉1 vastzetten ⇒ blokkeren, vastleggen♦voorbeelden: -
7 appoint
v. aanstellen, benoemen[ əpojnt]1 vaststellen ⇒ bepalen, vastleggen♦voorbeelden:who shall we appoint to the chairmanship? • wie zullen we tot voorzitter benoemen? -
8 audiotape
[ o:die▪ooteep] -
9 berth
n. hut,kooi (in trein); ankerplaats; parkeren--------v. ankeren, vastleggen; te slapen leggenberth1[ bə:θ] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kooi ⇒ hut, couchette♦voorbeelden:→ wide wide/————————berth2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
10 capture
n. vangen (ook in computers); (in computers) een document geheel of gedeeltelijk kopiëren naar het tijdelijke geheugen; gevangene--------v. veroveren; gevangennemencapture1[ kæptsjə]1 gevangene ⇒ vangst, buit, prijs1 vangst ⇒ gevangenneming, inbezitneming————————capture2〈 werkwoord〉3 buitmaken ⇒ bemachtigen, veroveren♦voorbeelden: -
11 clock up
clock up〈 informeel〉 -
12 confirm
v. bevestigen; waarmaken[ kənfə:m]1 bevestigen ⇒ bekrachtigen, bij besluit vastleggen2 bevestigen ⇒ goedkeuren, confirmeren♦voorbeelden:confirm by letter/in writing • schriftelijk bevestigen -
13 cost accounting
prijs berekening (het berekenen van de prijs van een product,methode voor het vastleggen van prijzen)cost accounting -
14 embed
v. vast zettenembed, imbed2 om/insluiten ⇒ omringen, omgeven♦voorbeelden:be embedded in • vastzitten/gevat zijn in -
15 entrench
v. verschansen, ingravenentrench, intrench[ intrentsj]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 fix
n. ongeluksgeval; opsporing, localisatie; gebruik van heroine (slang)--------v. vastmaken; vaststellen; vestigen; opknappen; fixeren; regelenfix1[ fiks] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 moeilijke situatie ⇒ knel, penarie♦voorbeelden:1 be in/ get oneself into a fix • in de knel zitten/raken————————fix2♦voorbeelden:¶ fix (up)on (the idea) of something • iets vaststellen/besluitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vastmaken ⇒ bevestigen, monteren5 opknappen ⇒ repareren, in orde brengen7 omkopen♦voorbeelden:1 fix something in the mind/memory • iets in de geest/in het geheugen prentenfix the blame on someone • iemand de schuld gevenfix something onto something • iets ergens aan vastmaken2 fix one's eyes/gaze/attention (up)on something • de blik/aandacht fixeren/vestigen op ietsfix someone with a cold stare/look • iemand koud/strak aankijken6 I'll fix him! • ik krijg hem wel te pakken!, ik zál hem!¶ have one's cat fixed • zijn kater laten castreren, zijn poes laten steriliseren→ fix up fix up/ -
17 he wants to remain uncommitted
-
18 immobilize
v. onbeweeglijk maken, fixeren, beperken van beweging, beweging voorkomen; (Financiën) zich aan de circulatie onttrekken; (Financiën) goederen vastleggen in vast kapitaalimmobilize, immobilise[ immoobillajz] 〈zelfstandig naamwoord: immobilization〉1 onbeweeglijk maken ⇒ stil/lamleggen, inactiveren♦voorbeelden: -
19 leave/keep one's options open
leave/keep one's options open -
20 lock up
insluitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 could you lock up the office when you leave? • sluit je het kantoor af wanneer je weg gaat?
См. также в других словарях:
Chiró N'Toko — Personal information Full name Mena Vuza N Toko Date of birth 30 January 1988 ( … Wikipedia