-
1 ein Thema variieren
-
2 varier
varier [vaarjee]2 〈+ sur〉van mening, houding veranderen, van mening verschillen (over)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verscheidenheid, afwisseling brengen in ⇒ variëren♦voorbeelden:pour varier • voor de variatie, afwisseling→ saucev1) veranderen, (af)wisselen2) van mening veranderen/verschillen3) variëren -
3 varier un air
varier un air -
4 variieren
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский