-
1 het gedraai van een wiel
het gedraai van een wielthe turning/spinning of a wheelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het gedraai van een wiel
-
2 rad
rad1〈 het〉1 [wiel onder een voertuig] wheel2 [(tand)wiel] (cog)wheel♦voorbeelden:————————rad21 quick♦voorbeelden:rad van tong zijn • have the gift of the gab -
3 slag
I 〈de〉1 [klap] blow ⇒ 〈 vuistslag ook〉 punch 〈 voornamelijk met betrekking tot boksen〉, 〈 met zweep ook〉 lash2 [ramp, schok] blow4 [leger] battle6 [golvende beweging] wave8 [handigheid] knack9 [kaartspel] trick10 [damspel] take, capture♦voorbeelden:1 een harde slag • a hard/heavy blowiemand een (zware) slag toebrengen • deal someone a heavy blowzonder slag of stoot • 〈 figuurlijk〉 without a struggle/any resistance8 de slag van iets te pakken krijgen • get the knack/hang of something¶ met de Franse slag iets doen • do something in a slapdash manner, give something a lick and a promiseeen slag naar iets slaan • have a shot/stab at somethingeen goede slag slaan • make a good dealaan de slag gaan • get to work, get going/crackinger zit een slag in mijn wiel • my wheel is buckledeen slag om de arm houden • refuse to commit oneself, keep one's options openhij was op slag dood • he was killed instantlyII 〈 het〉♦voorbeelden:iemand van jouw slag • someone like you -
4 naaf
-
5 tand
1 [deel van gebit] tooth2 [in/afdruk van een tand] tooth-mark♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 met lange tanden eten • dawdle over/pick at one's foodeen losse tand • a loose toother breekt een tand door • he/she is cutting a tooth/teethingzijn tanden op iets breken • 〈 figuurlijk〉 ±waste one's energy on somethingeen tand krijgen • cut a tooth, teetheeen tand laten vullen/trekken • have a tooth filled/pulled〈 figuurlijk〉 zijn tanden laten zien • 〈 dreigen〉 show/bare one's teeth; 〈 niet zwijgen〉 put up a fightzijn tanden poetsen • brush one's teethtanden wisselen • get one's big teethzijn tanden in iets zetten • 〈 figuurlijk〉 get one's teeth into something; 〈 letterlijk〉 bite into somethingeen mooie mond met tanden • a fine set of teethmet de tanden knarsen • grind one's teeth〈 figuurlijk〉 op zijn tanden bijten • grin and bear it, bite the bullettussen de tanden fluiten • whistle through one's teeth3 de tanden van een kam/hark/zaag • the teeth of a comb/rake/saw -
6 pakken
1 [te voorschijn halen] get, take, fetch3 [betrappen] catch5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:een extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a pendan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈 tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the armiets te pakken krijgen • lay one's hands on somethingde verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own agehet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈 erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the busze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈 bij de neus nemen ook〉 they really made me look silly1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:het betoog pakte de toehoorders • the speech held the audience2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing -
7 gedraai
3 [het om de waarheid heendraaien] beating about the bush♦voorbeelden:1 het gedraai van een wiel • the turning/spinning of a wheel -
8 band
band1I 〈de〉2 [ring om een wiel] tyre3 [magneetband] tape4 [transportband] conveyor (belt)8 [wat rondom iets wordt bevestigd] band♦voorbeelden:2 een lekke band • a flat tyre, a punctureiets op de band opnemen • tape somethingaan de band staan • work on the assembly linenauwe banden met het moederland onderhouden • maintain strong ties with one's mother countryde banden der vriendschap aanhalen • tighten the bonds of friendshipgeen enkele band meer hebben met zijn familie • have severed all connections with one's familyde banden verbreken • sever the ties¶ aan de lopende band doelpunten scoren/rotopmerkingen maken • pile on scores, make scathing remarks all the timeiemand aan banden leggen • restrain someonedoor de band • on averageuit de band springen • get out of handII 〈 het〉————————band2〈de〉 〈 Engels〉
См. также в других словарях:
Wiel Kusters — (* 1. Juni 1947 in Spekholzerheide) ist ein niederländischer Dichter, Autor und Literaturwissenschaftler an der Universität Maastricht. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Bibliographie 2.1 Poesie/Lyrik … Deutsch Wikipedia
Van der Wiel — Wiel ist der Name von Gregory van der Wiel (* 1988), niederländischer Fußballspieler John van der Wiel (* 1959), niederländischer Schachgroßmeister Ortsnamen in Österreich Wiel (Gemeinde Wielfresen) Wiel St. Anna Wiel St. Oswald … Deutsch Wikipedia
Wiel — ist ein niederländischer männlicher Vorname,[1] der auch als Familienname auftritt. Inhaltsverzeichnis 1 Bekannte Namensträger 1.1 Vorname 1.2 Familienname … Deutsch Wikipedia
Van de Wiele — Ce nom flamand désigne en néerlandais celui qui habite un lieu dit Wiel, Wiele(n), toponyme fréquent ayant le sens d étang, mare. Autres formes : Vandenwiele, Vander Wielen, Vandewiel, Vandewiele, Vandewielle, Van de Wiel … Noms de famille
Gregory van der Wiel — van der Wiel Nombre Gregory Kurtley van der Wiel Nacimiento … Wikipedia Español
Gregory van der Wiel — Spielerinformationen Voller Name Gregory Kurtley van der Wiel[1] Geburtstag 3. Februar 1 … Deutsch Wikipedia
Gregory van der Wiel — Gregory van der Wiel … Wikipédia en Français
Jorinus van der Wiel — beim Gewinn der Straßenmeisterschaft 1925 Jorinus van der Wiel (* 15. August 1893 in Utrecht; † 5. März 1960) war ein niederländischer Radrennfahrer. Fünfmal wurde Jorinus van der Wiel zwischen 1915 und 1925 Niederländischer Meister im… … Deutsch Wikipedia
John van der Wiel — John van der Wiel, 2007 … Deutsch Wikipedia
Gregory Van Der Wiel — Gregory van der Wiel … Wikipédia en Français
Gregory van der wiel — Gregory van der Wiel … Wikipédia en Français