-
81 winnen
1 [als overwinnaar te voorschijn komen (uit)] win2 [vorderen, voorkomen] win, gain3 [winst maken] make a profit♦voorbeelden:ik hoop dat mijn nummer deze keer wint • I hope my number will come up this timeop het winnende paard wedden • pick the winnerde slag winnen • carry/save/win the dayde wedstrijd moeiteloos winnen • win the match/competition/race hands down; 〈 bij paardenrennen ook〉 run away with the raceje kan niet altijd winnen • you can't win them allzij wint het steeds in hun ruzies • she always gets the better of their fightswinnen bij het kaarten • win at cardswinnen met 7-2 • win 7-2, win by 7 goals/points to 2met twee lengten winnen • win by two lengthseen goede kans maken om te winnen • have a good chance of winningwinnen op punten • win on points(het) winnen van iemand • beat someone, have the best of someonehij wint het van Sam • he has it over Samaan gewicht winnen • gain weightin/aan duidelijkheid winnen • gain in clearnesshij had tien meter op zijn voorligger gewonnen • he had gained ten metres on the man/car/horse in frontII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 kolen winnen • extract/mine coalland winnen • reclaim/recover landzand winnen • extract sandzout uit zeewater winnen • obtain salt from sea watermetaal uit erts winnen • win metal from oreonze aandelen hebben vijf punten gewonnen • our shares have gained/put on five pointsstemmen winnen • pull voteshij heeft er niet veel bij gewonnen • he hasn't gained much by itdrie zetels op de Conservatieven winnen • win three seats from the Conservativesiemand voor zich winnen • win someone overiemand winnen voor een plan • win someone over to one's plan -
82 afblazen
1 [door blazen verwijderen] blow off/away♦voorbeelden:1 [met betrekking tot een signaal] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 blow the whistle ⇒ 〈 overgankelijk werkwoord〉 whistle to start 〈 beginsignaal〉, whistle to stop 〈 eindsignaal〉♦voorbeelden: -
83 gebruiken
♦voorbeelden:1 de auto gebruikt veel brandstof • the car uses (up)/consumes a lot of fueleen geneesmiddel inwendig/uitwendig gebruiken • take/use a medicine internally; use/apply a medicament/medication externallyslaapmiddelen gebruiken • take sleeping pills/tabletszijn verstand gebruiken • use one's common sensevork en mes gebruiken • use a knife and forkdat kan ik net goed gebruiken • I could just use thatdat kan ik goed gebruiken • that comes in handyiets/iemand niet kunnen gebruiken • have no use for something/someone 〈 ook figuurlijk〉ik zou best wat extra geld kunnen gebruiken • I could do with some extra moneyzich gebruikt voelen • feel usediets/iemand weten te gebruiken • know how to use something/someonezijn tijd goed/slecht gebruiken • make good/bad use of one's time, put one's time to good/bad use2 gebruikt u suiker in de thee? • do you take sugar in your tea?wilt u ook iets gebruiken? • can I get you anything?1 [harddrugs innemen] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 be on/take drugs; 〈 overgankelijk werkwoord〉 be on, take -
84 aanhouden
5 [aan het lijf houden] keep on♦voorbeelden:een verdachte aanhouden • take a suspect into custody¶ als je het recept aanhoudt, kan er niets misgaan • if you stick to the recipe, nothing can go wrong1 [niet ophouden te doen] keep/go on ⇒ persist (in)2 [voortduren] go on, continue; hold, last, keep up 〈 ook van weer〉♦voorbeelden:1 blijven aanhouden • persevere, insistje moet niet zo aanhouden • you shouldn't keep/go on going on about it like that -
85 ademen
1 [ademhalen] breathe2 [voelbaar zijn] be in the air♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
86 afbijten
1 [met de tanden afsnijden] bite off3 [door bijten van zich afhouden] drive off with one's teeth/fangs♦voorbeelden: -
87 afhaken
2 [haakwerk] fasten off♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 zelfs de meest trouwe fans van Stallone haakten af bij Rocky V • even Stallone's most faithful fans gave up after Rocky V -
88 afkoken
1 [met betrekking tot aardappels] boil to mushII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:groenten afkoken • boil vegetables down -
89 afsturen
1 [met betrekking tot een vaartuig] steer away♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [wegzenden] send away2 [+ op] [ergens heen zenden] send (towards)♦voorbeelden:de hond op iemand afsturen • set the dog on someone -
90 aftrappen
1 [sport] kick off♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [wegtrappen] kick away/off2 [met een trap iets afbreken] kick off3 [fietsend afleggen] pedal away4 [verslijten] wear out♦voorbeelden: -
91 afwaaien
1 [waaien in tegengestelde richting] blow off2 [door de wind weggerukt worden] blow off/away3 [naar beneden waaien] blow off/down♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [wegwaaien] blow off -
92 balanceren
1 [zich in evenwicht houden] balance♦voorbeelden:balanceren op de rand van de dood • hover between life and deathII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [techniek, technologie] balance -
93 beroepen
I 〈wederkerend werkwoord; zich beroepen〉2 [juridisch] appeal♦voorbeelden:1 zich op iemand/iets beroepen • appeal to someone/something (to support one's claim/argument)zich op een clausule van het contract beroepen • refer to a clause in the contractII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [benoemen] call2 [met de stem bereiken] shout out to♦voorbeelden: -
94 besterven
1 [sterven] die2 [met betrekking tot vlees] ±hang♦voorbeelden:het woord bestierf op zijn lippen • the word died on his lipsvlees laten besterven • hang meatII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:het besterven van het lachen • die laughing, laugh oneself to death -
95 bevriezen
1 [in vaste toestand overgaan] freeze (up/over) ⇒ become/be frozen (up/over), 〈 wetenschappelijk〉 congeal2 [onder invloed van vorst veranderen] freeze3 [met een dun ijslaagje bedekt worden] frost (up/over) ⇒ become frosted4 [figuurlijk] freeze (up)♦voorbeelden:2 alle leidingen zijn bevroren • all the pipes are/have frozen (up)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in vaste toestand doen overgaan] freeze2 [invriezen] freeze3 [niet meer verhogen] freeze♦voorbeelden:de prijs bevriezen op … • freeze the price at … -
96 breken
1 [in stukken vaneenscheiden; een breuk doen oplopen] break ⇒ 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 fracture2 [een einde maken aan] break3 [van een geheel scheiden] break♦voorbeelden:vaatwerk/zijn been breken • break crockery, break/fracture one's legiets in tweeën breken • break something in two/in halftovermacht/verzet breken • break a spell/resistance3 er een uurtje uit breken • take an hour's break, break (off) for an hour2 [een doorgang/scheiding forceren] break♦voorbeelden:2 door/uit iets breken • break through/out of something -
97 dateren
♦voorbeelden:1 het huis dateert al uit de veertiende eeuw • the house goes all the way back to the fourteenth centuryde brief dateert van 6 juni • the letter is dated 6th JuneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [van datum voorzien] date♦voorbeelden:2 kun je het schilderij dateren? • can you put a date on the painting? -
98 erven
erven1〈 meervoud〉1 heir(s)♦voorbeelden:————————erven2♦voorbeelden:1 een fortuin/geld erven • inherit a fortune/moneyiets (van iemand) erven • inherit something (from someone)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [met betrekking tot eigenschappen] inherit2 [van een ander overnemen] acquire♦voorbeelden: -
99 escaleren
II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
100 flikkeren
♦voorbeelden:♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Конго (язык) — У этого термина существуют и другие значения, см. Конго. Конго Самоназвание: Kikongo Страны … Википедия
Киконго — Конго Самоназвание: Kikongo Страны: Республика Конго, ДР Конго, Ангола Регионы: Центральная Африка Общее число носителей: около 7 миллионов Ст … Википедия
Конго — Конго один из банту языков. По классификации языков банту К. М. Дока, относится к зоне Конго (зона H, по классификации М. Гасри). Распространён в Конго, Заире и Анголе. Число говорящих около 7,6 млн. чел. Распадается на 2 группы диалектов:… … Лингвистический энциклопедический словарь