-
1 uitstoten
1 [verstoten; door, met stoten verwijderen] expulser2 [rooms-katholiek] excommunier3 [hortend uiten] pousser♦voorbeelden:iemand uitstoten uit de groep • exclure qn. du groupe -
2 uitstoten
3 [door/met stoten verwijderen] push/thrust/knock out4 [naar buiten stoten] eject ⇒ emit 〈 rook, gassen enz.〉, 〈 uitbraken〉 disgorge, belch 〈 rook, stoom〉♦voorbeelden:1 iemand uitstoten uit de groep • expel/banish someone from the group2 onverstaanbare klanken uitstoten • emit/utter unintelligible sounds -
3 uitstoten
изгнать; выгнать; отчислить, исключить, вывести; издать; испустить; исторгнуть; выбросить; выпустить* * **1) изгонять, выталкивать; вышвыривать2) испускать (вопль, крик)3) выбить, разбить ( окно)* * *гл.общ. выталкивать, исключать, издавать (крик и т.п.), выбивать (стёкла и т.п.), изгонять, отлучать -
4 uitstoten
v. push out, expel, give off, ejaculate -
5 uitstoten
• to eject• to knock out• to push out -
6 uitstoten
rejeter par intolérance -
7 het uitstoten
het uitstoten -
8 iemand uitstoten uit de groep
iemand uitstoten uit de groepexclure qn. du groupe -
9 onverstaanbare klanken uitstoten
onverstaanbare klanken uitstotenDeens-Russisch woordenboek > onverstaanbare klanken uitstoten
-
10 verbrandingsgassen uitstoten
verbrandingsgassen uitstoten -
11 iemand uitstoten uit de groep
iemand uitstoten uit de groepexpel/banish someone from the groupVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand uitstoten uit de groep
-
12 keelklanken uitstoten
keelklanken uitstotenlet out guttural/throaty soundsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > keelklanken uitstoten
-
13 onverstaanbare klanken uitstoten
onverstaanbare klanken uitstotenemit/utter unintelligible soundsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onverstaanbare klanken uitstoten
-
14 to push out
uitstoten -
15 driving away
uitstoten,verdrijven,wegjagen -
16 to knock out
uitstotenuitwerpen -
17 ausstoßen
-
18 discharge
n. (het) lossen; uitlaat; vrijlating; schuld afbetalen; schot--------v. vracht lossen; uitwerpen, uitscheiden; bevrijden; verwijderen; sturen, wegsturen; schietendischarge1[ distsja:dzj]1 bewijs van kwijting/ontslag1 lossing ⇒ ontlading, het uitladen4 kwijting ⇒ aflossing, vervulling♦voorbeelden:a purulent discharge • een etterige afscheidingthe discharge of one's duties • het vervullen van zijn plicht————————discharge2[ distsja:dzj]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontladen ⇒ uitladen, lossen2 afvuren ⇒ afschieten, lossen4 wegsturen ⇒ ontslaan, ontheffen van; 〈 leger〉 pasporteren; 〈 juridisch〉 vrijspreken, in vrijheid stellen5 uitstorten ⇒ uitstoten, afgeven6 vervullen ⇒ voldoen, zich kwijten van♦voorbeelden:discharge the jury • de jury van zijn plichten ontslaandischarge a patient • een patiënt ontslaandischarge a sailor • een zeeman afmonsterendischarge someone from service • iemand uit de dienst ontslaandischarge oaths/screams • vloeken/kreten uitstotendischarge one's debts • zijn schulden voldoendischarge one's duties • zijn taak vervullen -
19 ostracize
-
20 rayer
rayer [rejjee]〈 werkwoord〉1 strepen ⇒ strepen zetten op, lijnen trekken op2 (be)krassen ⇒ groeven, beschadigen3 doorstrepen ⇒ doorhalen, schrappen4 royeren ⇒ uitstoten, van de lijst afvoeren♦voorbeelden:v1) strepen2) doorstrepen, schrappen3) bekrassen4) uitstoten
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
uitstoten
Страницы