Перевод: с французского на все языки

со всех языков на французский

Со всех языков на:
Французский
С французского на:
Нидерландский

uitlaat

Толкование Перевод

1 échappement

échappement [eesĵaapmã]

〈m.〉

1 uitlaat

2 ontwijking ⇒ ontsnapping

3 echappement 〈 van horloge〉

♦voorbeelden:

1 (pot d')échappement • knalpot, uitlaat

soupape d'échappement • uitlaatklep

————————

(pot d')échappement

knalpot, uitlaat

m

uitlaat

Dictionnaire français-néerlandais > échappement
2 embouchure

embouchure [ãboesĵuur]

〈v.〉

1 (uit)monding ⇒ mond, afvoer, uitlaat

2 mondstuk 〈 van een bit〉

3 〈 muziek〉 mondstuk

f

1) mond, uitlaat

2) mondstuk

Dictionnaire français-néerlandais > embouchure
3 issue

issue [iesuu]

〈v.〉

1 uitgang ⇒ 〈 voor gas, water〉 uitlaat, afvoer

2 uitweg ⇒ oplossing

3 afloop ⇒ einde

♦voorbeelden:

1    chemin sans issue • doodlopende weg

2    sans issue • hopeloos, uitzichtloos

3    à l'issue de • na afloop van, aan het einde van

f

1) uitgang

2) uitweg, oplossing

3) afloop

Dictionnaire français-néerlandais > issue
4 tuyau

tuyau [tŵie.oo]

〈m.〉

1 buis ⇒ pijp, slang, koker

2 schacht ⇒ holte 〈 veer〉 ⇒ halm 〈 graangewas〉

3 〈 informeel〉 tip ⇒ hint

♦voorbeelden:

1    tuyau d'arrosage • tuinslang

tuyau de descente • afvoerpijp

tuyau d'échappement • uitlaat(pijp)

tuyau de pipe • pijpensteel

〈 informeel〉 (chapeau en) tuyau de poêle • kachelpijp, hoge hoed

tuyau de terre cuite • gresbuis

2    tuyau de l'oreille • gehoorgang

〈 informeel〉 raconter qc. dans le tuyau de l'oreille de qn. • iemand iets in het oor fluisteren

〈 muziek〉 tuyau sonore • resonator(buis)

3    tuyau crevé • valse tip

m

1) buis, pijp, slang

2) schacht, holte

3) tipk hint

Dictionnaire français-néerlandais > tuyau
5 ventouse

ventouse [vãtoez]

〈v.〉

1 〈 ook dierkunde〉 zuignap

2 〈 medisch〉 laatkop

3 luchtgat ⇒ trekgat

♦voorbeelden:

1 〈 figuurlijk〉 voiture ventouse • langparkeerder

〈 figuurlijk〉 faire ventouse • zich vastzuigen

f

1) zuignap

2) laatkop [medisch]

3) luchtgat

4) uitlaat

Dictionnaire français-néerlandais > ventouse
6 décharge

décharge [deesĵaarzĵ]

〈v.〉

1 stortplaats ⇒ storting, lozing

2 ontlading ⇒ ladingverlies, vonk

3 ontlasting ⇒ stut, schoor, lastvermindering

4 opluchting ⇒ ontspanning, verlichting, uitlaat

5 vermindering ⇒ verlichting, voordeel

6 slag ⇒ klap, stoot

7 kwijting ⇒ kwitantie

8 〈 juridisch〉 ontlasting ⇒ decharge

9 (het) afvuren

♦voorbeelden:

1    décharge (publique) • vuilnisbelt

3    〈 bouwkunde〉 arc, voûte de décharge • ontlastingsboog

7    décharge définitive • finale kwijting

8    à la décharge de qn. • tot iemands verontschuldiging

¶    〈 meteorologie〉 décharge (d'air froid) • invasie (van een koufront)

————————

décharge (d'air froid)

invasie (van een koufront)

————————

décharge (publique)

vuilnisbelt

Dictionnaire français-néerlandais > décharge
7 exutoire

exutoire [egzuutwaar]

〈m.〉

1 uitweg ⇒ uitlaat, uitwijkmogelijkheid

2 〈 techniek〉 afvoer(riool)

Dictionnaire français-néerlandais > exutoire
8 tuyau d'échappement

tuyau d'échappement

uitlaat(pijp)

Dictionnaire français-néerlandais > tuyau d'échappement

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на все языки

uitlaat

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на все языки

uitlaat

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: