-
1 dream up
-
2 excogitate
v. uitdenken, bedenken1 uitdenken ⇒ bedenken, verzinnen -
3 frame
n. lijst; montuur; kozijn; bouw; lichaamsbouw; humeur; beeld (in film); (op internet) protocol dat "gegevenspakket" bevat met adresveld en slotveld--------v. ontwerpen, uitdenken, formuleren, vormen, verzinnen; inlijsten, omlijsten; (iem.) erin luizen, (opzettelijk) vals beschuldigenframe1[ freem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 (het dragende) geraamte 〈 van een constructie〉 ⇒ skelet 〈 houtbouw〉; frame 〈 van fiets〉; raamwerk, chassis2 〈 benaming voor〉 omlijsting ⇒ kader, kozijn; 〈 ook meervoud〉 montuur 〈 van bril〉; raam 〈 van venster, weeftoestel e.d.〉3 achtergrond ⇒ omgeving, omlijsting4 lichaam ⇒ gestel, bouw♦voorbeelden:————————frame2〈 werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 vorm geven aan ⇒ ontwerpen, uitdenken; formuleren, uitdrukken; vormen, vervaardigen; verzinnen, zich inbeelden2 inlijsten ⇒ omlijsten, als achtergrond dienen voor3 het geraamte in elkaar zetten van ⇒ bouwen, construeren♦voorbeelden:1 the government framed a plan for fighting inflation • de regering ontwierp een plan voor de inflatiebestrijding -
4 mastermind
n. genie; meesterbrein--------v. uitdenken, organiserenmastermind1————————mastermind2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 design
n. plan; ontwerp; technische tekening; makette; opzet, moedwil--------v. ontwerpen, schetsen; plannendesign1[ dizzajn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ontwerp ⇒ tekening, blauwdruk; constructie; vormgeving3 opzet ⇒ bedoeling, doel♦voorbeelden:by design • met opzet————————design2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitdenken ⇒ bedenken, beramen2 bedoelen ⇒ ontwikkelen, bestemmen♦voorbeelden: -
6 evolve
v. ontwikkeling, zich ontwikkelen[ ivvolv]1 zich ontwikkelen ⇒ zich ontvouwen, geleidelijk ontstaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontwikkelen ⇒ afleiden, uitdenken -
7 invent
-
8 psych out
psych out, psyche out〈Amerikaans-Engels; informeel〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitdenken ⇒ analyseren, hoogte krijgen van♦voorbeelden: -
9 reason something out
reason something outiets beargumenteren/uitdenken -
10 reason
n. reden; wijsheid--------v. denken; beredeneren; beargumenterenreason1[ rie:zn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 reden ⇒ beweegreden, oorzaak♦voorbeelden:by reason of • wegenswith (good) reason • terechtit stands to reason that • het spreekt vanzelf datdemands past/beyond all reason • onredelijke eisenanything (with)in reason • alles wat redelijk/mogelijk is————————reason2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 door redenering afleiden ⇒ beredeneren, veronderstellen♦voorbeelden:reason something out • iets beargumenteren/uitdenkenreason someone out of a plan • iemand een plan uit het hoofd praten -
11 excogitation
n. uitdenking, iets voorzichtig uitdenken om er totaal begrip van te krijgen; bedenksel, uitvinding, plan -
12 outthink
v. uitdenken; langer denken dan; geestiger zijn dan
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский