-
1 quarrelsome person
twistziek iemand, ruziezoekend iemand -
2 argumentative
adj. twistziek[ a:gjoementətiv] -
3 contentious
adj. twistziek, polemisch[ kəntensjəs] 〈 contentiousness〉1 twistziek ⇒ polemisch, kritisch, tegendraads♦voorbeelden: -
4 disputatious
-
5 quarrelsome
-
6 cantankerous
-
7 factious
-
8 polemic
adj. polemisch; argumenterend--------n. polemie, argumentatie, meningsverschilpolemic1[ pəlemmik] 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉1 polemiek ⇒ woord/pennenstrijd, twist————————polemic21 polemisch ⇒ twist-, twistziek -
9 bellicosely
adv. strijdlustig, twistziek, in ruzie -
10 cantankerousness
n. wreveligheid, twistziek, kribbigheid, lastigheid -
11 contentiousness
n. tegendraads, twistziek -
12 disputatiously
adv. twistziek, ruziënd -
13 eristic
adj. twistziek; m.b.t. onenigheid of argument--------n. redeneerkunst; iemand die van argumenteren houdt; polemist -
14 overargumentative
adj. erg twistziek zijn -
15 querelleur
querelleur [kərellur],querelleuse [kərelleuz]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:= querelleuse; adj -
16 händelsüchtig
-
17 streitlustig
-
18 streitsüchtig
-
19 stänkerig
-
20 unverträglich
unverträglich3 onverteerbaar ⇒ moeilijk te verteren, zwaar
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
