-
1 tussenuit
-
2 er tussenuit gaan
уйти; удрать; незаметно скрыться; умереть* * *1. нареч.1) общ. удрать, уйти2) разг. умереть2. прил.общ. незаметно скрыться -
3 из середины
part.gener. tussenuit -
4 незаметно скрыться
advgener. er tussenuit gaan, er van tussen gaan -
5 удрать
vgener. er tussenuit gaan, er van tussen gaan, er vandoor gaan, wegrennen, zijn biezen pakken -
6 уйти
v1) gener. overkoken, er tussenuit gaan2) liter. de aftocht blazen3) phras. (в отставку) zich biezen pakken -
7 умереть
v1) gener. verscheiden, de geest geven, de pijp uit zijn, de schuld der natuur betalen, de tol der natuur betalen, doodgaan, er om koud zijn, het leven laten, het loodje leggen, het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, in het graf dalen, met de dood boeten, overlijden, ten grave dalen2) colloq. uitknijpen, de kraaienmars blazen, er tussenuit gaan, om zeep gaan3) liter. het bijltje er bij neerleggen, het hoekje omgaan, inslapen4) rude.expr. het afleggen
Перевод: с нидерландского на русский
с русского на нидерландский- С русского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский