-
1 bait
n. lokaas; aas--------v. lokken; treiterenbait1[ beet] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————bait2〈 werkwoord〉4 treiteren ⇒ provoceren, boos maken♦voorbeelden: -
2 harass
v. pesten, treiteren; lastigvallen, hinderen[ hærəs] 〈zelfstandig naamwoord: harassment〉2 teisteren ⇒ voortdurend bestoken/lastig vallen -
3 spite
n. slechtheid, gemeenheid; moedwil; wrok, vijandschap; slecht doen--------v. treiteren, pestenspite1[ spajt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:in spite of oneself • of men wil of niet————————spite2〈 werkwoord〉 -
4 bedevil
v. mishandelen, uitvloeken, beheksen, verwarren, compliceren, bemoeilijken, verknoeien[ biddevl] 〈 Brits-Engels bedevilled〉1 treiteren ⇒ dwarszitten, achtervolgen2 beheksen -
5 nag
n. knol, slecht/oud paard; zeurkous--------v. vitten; zeuren; lastig vallennag1[ næg] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————nag2〈werkwoord; nagged〉1 zeuren ⇒ zaniken, vitten♦voorbeelden:nag at someone • iemand aan het hoofd zeuren -
6 wind up
opwinden; eindigen, concluderen; zich laten opwinden[ wajnd up]♦voorbeelden:you'll wind up with an ulcer • jij loopt nog eens een maagzweer op1 besluiten ⇒ beëindigen, afronden♦voorbeelden:1 wind up a conversation/project • een gesprek/project beëindigen2 omhoogdraaien ⇒ ophalen/hijsen♦voorbeelden:3 be/get wound up • opgewonden zijn/raken -
7 baiting
n. treiteren, provoceren -
8 ballyrag
v. treiteren, plagen; mishandelen -
9 bullyrag
v. treiteren, pesten; afblaffen, bazig doen -
10 harassingly
adv. treiteren, voortdurend lastig vallen
См. также в других словарях:
treiteren — dreygi … Woordenlijst Sranan