-
1 *hasard
*hasard ['aazaar]〈m.〉1 toeval ⇒ kans, lot, (on)geluk♦voorbeelden:jeux de hasard • kansspelenfaire la part du hasard • met toevallige omstandigheden rekening houdenpur hasard • louter toevalne rien laisser au hasard • niets aan het toeval overlatenà tout hasard • voor alle zekerheidau hasard • op goed geluk, in 't wilde wegau hasard des circonstances • naar gelang de omstandighedenau hasard de la conversation • terloopsau hasard d'une rencontre • bij een toevallige ontmoetingpar hasard • bij toeval, per ongelukauriez-vous par hasard une cigarette pour moi? • hebt u soms een sigaret voor me?→ coup -
2 fortune
fortune [fortuun]〈v.〉1 fortuin ⇒ vermogen, bezit, rijkdom♦voorbeelden:avoir de la fortune • vermogend zijnfaire fortune • rijk wordenrevers de fortune • tegenspoedbonne fortune • geluk, fortuin, succes in de liefdemauvaise fortune • tegenspoedfaire contre mauvaise fortune bon coeur • tegenspoed gemakkelijk opnemendîner à la fortune du pot • eten wat de pot schaftinviter qn. à la fortune du pot • iemand vragen mee te etententer fortune • zijn geluk beproevende fortune • provisorisch, voorlopigf1) fortuin, rijkdom2) toeval, kans3) noodlot -
3 accident
accident [aaksiedã]〈m.〉3 oneffenheid ⇒ ongelijkheid, terreinplooi♦voorbeelden:dans un accident • bij een ongevalpar accident • toevalligm1) ongeval, ongeluk3) oneffenheid [terrein] -
4 aléatoire
aléatoire [aalee.aatwaar]1 onzeker ⇒ wisselvallig, van het toeval afhangend♦voorbeelden:grandeur aléatoire • toevalsgrootheidadjonzeker, wisselvallig, van het toeval afhangend -
5 chance
chance [sĵãs]〈v.〉1 kans ⇒ risico, toeval3 bof ⇒ geluk, mazzel♦voorbeelden:il faut lui donner sa chance • je moet haar een kans gevenil y a vingt chances sur cent que • twintig procent kans datil y a des chances • het is waarschijnlijkrisquer sa chance • een kansje wagen3 bonne chance! • succes!avoir de la chance • geluk hebben, boffencourir sa chance • zijn geluk beproevenporter chance • geluk brengenpas de chance! • pech gehad!par chance • gelukkigencore une chance que • nog een geluk (bij een ongeluk) dat1. f1) kans, toeval2) geluk, bof2. chancesf plmogelijkheid, waarschijnlijkheid -
6 coïncidence
coïncidence [ko.ẽsiedãs]〈v.〉♦voorbeelden:f1) (het) samenvallen, gelijktijdig plaatsvinden2) (toevallige) samenloop van omstandigheden, toeval -
7 coup
coup [koe]〈m.〉1 slag ⇒ klap, steek, stoot, (plotselinge, korte, abrupte) beweging/GRAMT.♦voorbeelden:d'un coup d'aile • in een rukd'un coup de baguette (magique) • als bij toverslag〈 informeel〉 un coup de bambou • een zonnesteek; een vlaag van waanzincoup de barre • 〈 scheepvaart〉ruk aan het roer, plotselinge verandering; 〈 figuurlijk〉plotselinge vermoeidheid, hoge rekeningcoup de bec • snauw, sneerdonner un coup de brosse à qc. • iets (even) afborstelencoup de canon • kanonschotcoup de chance • gelukkig toeval, meevallercoup de chien • plotselinge storm; oproerdonner un coup de collier • er flink tegenaan gaanavoir un joli coup de crayon • goed (kunnen) tekenencoup de désespoir • wanhoopsdaadcoup d'éclat • meesterlijke zet〈 figuurlijk〉 un coup d'épée dans l'eau • een slag in de lucht, verspilde moeitecoup d'essai • eerste poging, begincoup d'Etat • staatsgreepboire le coup de l'étrier • een glaasje op de valreep drinkendonner un coup de fer à qc. • iets even opstrijkencoup de feu • schotcoup de fil • telefoontjecoup de folie • onbezonnen daad, aanval van waanzincoup de force • gewelddaad, overrompeling, coup de forcecoup de foudre • donderslag; 〈 figuurlijk〉liefde op het eerste gezicht, onverwachte ramp, slechte tijding〈 figuurlijk〉 donner un coup de fouet • aansporen, oppeppencoup de froid • verkoudheidcoup de gosier • schreeuwdonner, pousser un coup de gueule • losbrullen, een bek opzettencoup de hasard • bof, meevallercoup de langue • bitse, hatelijke opmerkingun petit, un dernier coup de lime • de laatste hand, de afwerkingcoup de main • hulp, handreiking, steun; 〈 leger〉overrompeling, aanslagdonner un coup de main • een handje helpenfaire un coup de main • een aanslag plegenavoir le coup de main • de vaardigheid hebben〈 figuurlijk〉 〈 informeel〉 recevoir le coup de masse • een zware klap (te verwerken) krijgen 〈 emoties〉〈 figuurlijk〉 un coup de massue • een harde slag, een gevoelige slagcoup de mer • stortzee, zware golfcoup d'oeil • blik, oogopslag, uitzichtavoir le coup d'oeil • kijk op de dingen hebbendu premier coup d'oeil • op het eerste gezichtjeter un coup d'oeil (rapide) sur qc. • een vluchtige blik op iets werpen〈 figuurlijk〉 coup de patte • veeg uit de pan, trap nace peintre a le coup de patte • deze schilder kan aardig met het penseel overwegse donner un coup de peigne • een kam door z'n haar halencoup de pied • trap, schopcasser des vitres à coups de pierre • ruiten ingooientuer qn. à coups de pierres • iemand stenigendonner un coup de piston à qn. • iemand aan een baantje helpencoup de poing • stomp, vuistslagcoup de poing (américain) • boksbeugel〈 informeel〉 avoir le, un coup de pompe • de man met de hamer tegenkomen, opeens niet meer kunnen〈 informeel〉 coup de pompe • man met de hamer, plotselinge uitputting, vermoeidheidun coup de pot • mazzel, gelukdonner le coup de pouce • de laatste hand aan iets leggencoup de poussière • mijngasontploffingon lui a fait le coup du presse-citron • ze hebben hem als een citroen uitgeknepencoup de pub • reclamestuntcoup de réparation • strafschopcoup de sang • beroerte, plotselinge woedecoup de semonce • schot voor de boegcoup de sifflet • fluitsignaalcoup de soleil • zonnesteek; zonnebrandcoup du sort • speling van het lot, tegenslagdonner un coup de téléphone à qn. • iemand opbellencoup de théâtre • plotselinge ommekeer, onverwachte wendingse flanquer un coup de torchon • vechtendonner un coup de tube à qn. • iemand een telefoontje gevencoup de veine • geluk, gelukkig toevalcoup de vent • rukwind, windstootcheveux en coup de vent • slordig, los zittend haarentrer en coup de vent • binnenstormencoup bas • stoot onder de gordelêtre aux cent coups • in alle staten zijn, doodsangsten uitstaandonner le dernier coup, le coup décisif • de genadeslag geven〈 informeel〉 coup fourré • gemene, onverwachte streek, luizenstreek〈 sport en spel〉 coup franc • vrije trap, slagmauvais coup • gemene streek, lelijke klapcoup monté • afgesproken werk, doorgestoken kaart〈 informeel〉 sale coup • rotstreek; zware slagcoup sec • droge knal, klap〈 figuurlijk〉 accuser le coup • de klap incasseren, er een klap van krijgenavoir le coup • er de slag van hebben〈 informeel〉 avoir un coup dans l'aile, dans le nez • (licht) aangeschoten zijn, te diep in het glaasje gekeken hebben〈 informeel〉 boire un coup • iets drinken, er eentje nemencalculer son coup • de zaak precies uitrekenen, uitkienencompter les coups • alleen maar toekijken, neutraal zijn〈 informeel〉 discuter le coup • babbelen, kletsen〈 informeel〉 être dans le coup • er bij betrokken zijn, er van wetenexpliquer le coup • de toestand, gang van zaken uiteenzettenfaire coup double • twee vliegen in één klap slaanfaire les cent coups, les quatre cents coups • een losbandig, rusteloos leven leiden, erop los leven, van alles uithalen 〈 kind〉en ficher, mettre un coup • flink de handen uit de mouwen stekenne pas en ficher un coup • geen klap uitvoerenfrapper des coups en l'air • vergeefse moeite doenfrapper un grand coup • een zware slag toebrengen, een grote slag slaanfrapper à coups redoublés • hard en vaak slaanmarquer le coup • een bijzonderheid benadrukken, een bepaalde gebeurtenis niet ongemerkt voorbij laten gaanmaintenant j'ai pris le coup • nu weet ik hoe het moetil en a pris un coup • dat heeft hem geen goed gedaanrendre coup pour coup • een klap, slag teruggevenrisquer, tenter le coup • het erop wagentenir le coup • standhouden, het uithoudenvaloir le coup • de moeite lonen, waard zijnen venir aux coups • handgemeen wordenà coup sûr • vast en zeker, beslistà tous (les) coups, à tout coup • telkens, bij elke gelegenheidtout à coup • plotselingaprès coup • naderhand, achterafau, du premier coup • bij de eerste keerau coup de midi • klokslag 12 uurd' un (seul) coup • in één keer, plotselingtout d' un coup • ineens, plotselingdu coup • bijgevolg, daaromdu même coup • tegelijkertijd, bij diezelfde gelegenheidêtre hors du coup • nergens vanaf wetenau coup par coup • een voor eenpour le coup • deze keer〈 juridisch〉 pour coups et blessures • vanwege toegebracht lichamelijk letsel; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 voor slagen en verwondingensous le coup de • onder de invloed, dreiging vansur le coup • op slag, onmiddellijk, meteensur le coup de midi • klokslag 12 uurcoup sur coup • achtereenvolgens, vlak na elkaar→ pierrem1) slag, klap, klop, steek, stoot, bons, dreun, trap, schop2) snee3) beet4) ruk5) worp6) daad, streek7) teug, slok8) zet -
8 aventure
aventure [aavãtuur]〈v.〉1 avontuur♦voorbeelden:courir les aventures • het avontuur zoekendire la bonne aventure à qn. • iemand de toekomst voorspellententer l'aventure • zijn geluk beproeven, een kansje wagenà l'aventure • op goed geluk, op de bonnefooif -
9 hasard
-
10 jeu
〈m.〉3 stel ⇒ serie, set♦voorbeelden:jeu d'argent • gokspelletjejeux du destin, du hasard • spelingen van het toevaljouer un jeu d'enfer • zeer hoog spel spelenjeu d'équipe • teamsportjeu d'esprit • geestigheidjeu de fléchettes • dartsjeu de hasard • kansspeljeux de main(s) • handtastelijkheden〈 spreekwoord〉 jeu(x) de main, jeu(x) de vilain • van mallen komt vallen, handjesspel, katjesspeljeu de mots • woordenspel, woordspelingjeux d'orgue • orgelregisterjeux de poursuite • krijgertje, tikkertjejeu de scène • stil speljeux de société • gezelschapsspelletjesjeux du stade • wedstrijden in het stadionavoir beau jeu • gemakkelijk, vrij spel hebbenjouer (un) double jeu • een dubbel spel spelen, het achter zijn ellebogen hebbenle grand jeu • het volledige tarokspel〈 spreekwoord〉 heureux au jeu, malheureux en amour • gelukkig in het spel, ongelukkig in de liefdejeu informatique • computerspelletjejouer un jeu serré • voorzichtig spelenjeux télévisés • televisiespelletjesjeu vidéo • videospelletje, videogameaimer le jeu • van gokken houdencacher son jeu • zich niet in de kaart laten kijkencouvrir son jeu • 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 de kaarten duiken; 〈 figuurlijk〉 zich niet in de kaart laten kijkendécouvrir son jeu • zijn kaarten op tafel leggen, open kaart spelenentrer dans le jeu de qn. • meedoen met iemandêtre en jeu • op het spel staanse faire un jeu des difficultés • de moeilijkheden gemakkelijk overwinnenfaire le jeu de qn. • iemand in de kaart spelense faire un jeu de • genoegen scheppen infaites vos jeux • uw inzet graagjouer le jeu • de regels van het spel volgen, eerlijk spelenmettre en jeu • inzetten, op het spel zetten 〈 ook figuurlijk〉se prendre, se piquer au jeu • hartstochtelijk doorspelen hoewel men verliest; 〈 figuurlijk〉 koppig volhoudenles jeux sont faits • er valt niets meer aan te veranderenjeu à XIII (treize) • rugby met 13 spelersen jeu • die een rol spelen, in 't spel, geding zijnpar jeu • voor de grapce n'est pas de jeu • dat is niet eerlijk, unfairvoir clair dans le jeu de qn. • iemand doorhebbenjouer franc jeu • eerlijk spelen, open kaart spelenjeu de physionomie • uitdrukking van het gezicht, mimiekm1) spel2) speelplaats3) stel, serie, set4) beweging5) speling [techniek] -
11 loterie
-
12 tomber
tomber1 [tõbee]〈m.〉 〈 sport en spel〉————————tomber2 [tõbee]3 (weg)vallen ⇒ verzwakken, verdwijnen, dalen4 te lijf gaan ⇒ zich werpen (op), aanvallen5 worden ⇒ geraken, vallen6 vallen ⇒ vervallen, instorten7 (bij toeval) komen ⇒ verschijnen, geraken♦voorbeelden:tomber mort, raide mort • morsdood neervallenil laissa tomber ces mots • hij zei de volgende woorden〈 informeel〉 laisse tomber! • kap er mee, geef 't op!!!laisser tomber qn. • iemand laten vallen, zich niet meer voor iemand interesserenlaisser tomber qc. • iets laten vallen, iets loslaten, zich niet meer met iets bezighoudenjupe qui tombe bien • rok die goed valttomber dans les bras de qn. • iemand in de armen vallentomber dans l'escalier • op de trap vallenla rue tombe dans une autre • de straat komt op een andere straat uittomber de fatigue • van moeheid omvallenmots qui tombent des lèvres de qn. • woorden die van iemands lippen komenle stylo m'est tombé des mains • de vulpen viel uit mijn handentomber par la fenêtre • uit het raam vallenle soleil lui tombe sur les yeux • de zon schijnt in zijn ogendes toits qui tombent bien bas sur les fenêtres • laag overhangende dakentomber sur ses pieds • op zijn voeten terechtkomenle jour tombe • de avond valtle vent est tombé • de wind is gaan liggen4 ils nous sont tombés dessus • ze hebben ons overvallen, verrast5 tomber amoureux, malade • verliefd, ziek wordentomber dans une erreur • in een fout vervallentomber dans la misère • in ellende gerakenil est tombé bien bas • hij is wel diep gezonken7 ça tombe bien, mal • dat treft goed, slechtil est bien tombé • hij heeft het goed getroffentomber juste • opgaan, de spijker op de kop slaanje suis tombé en pleine réunion • ik kwam midden in de vergadering binnenvallencet article m'est tombé sous les yeux • dat artikel is me toevallig onder ogen gekomentomber sur qn. • iemand tegen het lijf lopentomber sur qc. • ergens tegenaan lopen♦voorbeelden:→ vestev2) uitvallen3) verzwakken4) aanvallen5) worden6) verschijnen, komen7) vallen (op) [datum]8) uitkomen [krant] -
13 c'est une loterie
c'est une loterie -
14 coup de chance
coup de chancegelukkig toeval, meevaller -
15 coup de veine
coup de veinegeluk, gelukkig toeval -
16 jeux du destin, du hasard
jeux du destin, du hasardDictionnaire français-néerlandais > jeux du destin, du hasard
-
17 ne rien laisser au hasard
ne rien laisser au hasardDictionnaire français-néerlandais > ne rien laisser au hasard
-
18 d' aventure, par aventure
d' aventure, par aventureDictionnaire français-néerlandais > d' aventure, par aventure
-
19 par hasard
par hasardbij toeval, per ongeluk -
20 pur hasard
pur hasard
См. также в других словарях:
B&B ' t Sprankelend Toeval — (Maarkedal,Бельгия) Категория отеля: 4 звездочный отель Адрес: Maarkew … Каталог отелей
gelukkig toeval — krinskin … Woordenlijst Sranan
Ingrid Winterbach — est une écrivaine et une artiste peintre sud africaine. Elle écrit en afrikaans. Sommaire 1 Biographie 2 Œuvres 3 Prix littéraires et distinctions 4 Traductio … Wikipédia en Français
Hendrik Casimir — Infobox Scientist box width = 300px name = Henk Casimir image size = 160px caption = Hendrik Henk Brugt Gerhard Casimir (1909 2000) birth date = birth date|1909|7|15|mf=y birth place = s Gravenhage, Netherlands death date = death date and… … Wikipedia
Hendrik Casimir — Henk Casimir Hendrik Henk Brugt Gerhard Casimir Nacimiento 15 de julio de 1909 s Gravenhage, Holanda … Wikipedia Español
Казимир, Хендрик — Хендрик Казимир Hendrik Brugt Gerhard Casimir … Википедия
Хендрик Казимир — Hendrik Brugt Gerhard Casimir Хендрик Хенк Бругт Герхард Казимир Дата рождения: 15 июля 1909 Место рождения: с Гравенхаге (Гаага), Нидерланды Дата смерти … Википедия
Joeri Fransen — (born July 10 1981) is the winner of Idool 2004, the Belgian version of Pop Idol . Idol Performances # Semi Finals (group 1): Lean On Me (Bill Withers) # Top 10: If I Had A Rocket Launcher(Bruce Cockburn) # Top 9: All Night Long (Lionel Richie) # … Wikipedia
Guus Kuijer — (* 1. August 1942 in Amsterdam) ist ein niederländischer Schriftsteller. Inhaltsverzeichnis 1 Leben … Deutsch Wikipedia
Silberner Griffel — Der Silberne Griffel (Zilveren Griffel) wird seit 1971 alljährlich von der Stichting Collectieve Propaganda van Het Nederlandse Boek für Kinderbücher verliehen. Im Gegensatz zum Goldenen Griffel kann er auch für Übersetzungen zuerkannt werden.[1] … Deutsch Wikipedia
Raoul van Caenegem — Raoul, Charles, J. van Caenegem, né à Gand le 14 juillet 1927 est un professeur et historien belge d expression néerlandaise. Sommaire 1 Famille 2 Biographie 3 Professeur 4 Recherche … Wikipédia en Français