-
1 dulden
-
2 bewilligen
-
3 eine Ausnahme kann ich nicht dulden
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Ausnahme kann ich nicht dulden
-
4 einräumen
einräumen2 onderbrengen, opbergen (in)4 verlenen, geven ⇒ toestaan, -geven♦voorbeelden:jemandem einen Kredit einräumen • iemand een krediet verlenen -
5 einwilligen
einwilligen♦voorbeelden: -
6 erlauben
erlauben1 veroorloven, toestaan2 toelaten, mogelijk maken3 veroorloven, permitteren♦voorbeelden:1 Eintritt nicht erlaubt! • verboden toegang!meine Mutter erlaubt (mir) das nicht • dat mag (ik) niet van mijn moederwas erlaubst du dir denn! • wat denk je wel! -
7 genehmigen
-
8 gestatten
-
9 gewähren
gewähren♦voorbeelden:¶ jemanden gewähren lassen • iemand laten begaan, betijen -
10 leiden
leiden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 Ängste leiden • angst(en) uit-, doorstaan〈 verouderd〉 es litt mich nicht länger in diesem Dorf • ik kon het in dit dorp niet langer uithoudengut, wohl gelitten sein • bemind, (graag) gezien zijnich mochte ihn nie so recht leiden • ik heb hem nooit erg gemogen -
11 verbieten
verbieten♦voorbeelden:〈 wederkerend werkwoord〉 eine derartige Methode verbietet sich von selbst • het blijkt vanzelf dat een dergelijke methode onmogelijk is -
12 vergönnen
-
13 versagen
-
14 verweigern
-
15 zugeben
-
16 zugestehen
-
17 zulassen
zulassen1 toelaten, toestaan♦voorbeelden:keinen Zweifel zulassen • geen twijfel lijdenjemanden als Anwalt zulassen • iemand als advocaat tot de balie toelaten
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский