-
1 accessories
toebehoren -
2 fixings
n. uitrusting, toebehoren, garnering van gerechten[ fiksingz] 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 -
3 accessory
adj. medeplichtige--------n. accessoire; -tuig; deelnemer aan overtreding♦voorbeelden:1 accessory after/before the fact • medeplichtig door steun achteraf/door aansporingbe accessory to a crime • medeplichtig zijn aan een misdaad -
4 appurtenances
-
5 attachment
n. verbondenheid (gevoelsmatig); verbinding; aansluiting; (in computers) een meegestuurd (ingesloten) computer bestand[ ətætsjmənt]2 aanhechting ⇒ verbinding, toevoeging4 gehechtheid ⇒ genegenheid, trouw♦voorbeelden:3 on attachment from • uitgeleend door (bedrijf enz.) 〈 met betrekking tot iets wat je tijdelijk niet nodig hebt〉 -
6 belong to
-
7 belong
v. toebehoren; passen bij[ billong]♦voorbeelden:it belongs with the others • het hoort bij de anderenthey never really belonged • ze waren (hier/er/daar) nooit echt op hun plaats -
8 equipage
n. uitrusting; rijtuig[ ekwippidzj] -
9 fitment
n. uitrusting; meubelstuk; accessoires[ fitmənt] 〈 voornamelijk meervoud〉 -
10 fitting
adj. passend--------n. hulpstuk, accessoire; pasbeurt; (mode) maat[ fitting] -
11 paraphernalia
n. gebruiksvoorwerpen; voorwerpen[ pærəfəneeliə] 〈 werkwoord ook enkelvoud〉1 uitrusting ⇒ toebehoren, accessoires♦voorbeelden: -
12 trimming
-
13 accessorial
adj. toebehoren; hulp-; meewerken bij overtreding -
14 appertain
v. toebehoren, behoren -
15 appurtenance
n. (meestal meervoud:) toebehoren; recht door bezit -
16 compound verbs
samengestelde werkwoorden (werkwoorden die aan twee verschillende stamformaties toebehoren) -
17 garniture
n. garnituur, garnering, versiering; toebehoren -
18 truck fleet
vrachtwagens die aan eigenaar toebehoren -
19 attachment
aanhechtingapparaatbijlagehechtinghulpmiddelhulpstukkoppelingopzetstuktoebehorentoestel
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский