-
1 thy
-
2 Thy will be done
-
3 Happy are they that dwell in Thy house
Gelukkig zijn zij die zich in Uw Huis bevinden (het eerste gedeelte in een gebed)English-Dutch dictionary > Happy are they that dwell in Thy house
-
4 blessed are they that dwell in thy house
gezegend zijn zij die verblijven in uw huisEnglish-Dutch dictionary > blessed are they that dwell in thy house
-
5 by the sweat of thy brow
in het zweet van uw aangezicht -
6 cast thy bread upon the waters
stuur Uw brood over het water -
7 know thy enemy
ken uw vijand -
8 will
n. testament--------n. wil; testament; wilskracht; keuze--------v. willen, hulpwerkwoord voor aangeven van toekomstige tijd--------v. willen; zullen; kunnen; wilskracht tonen; gebieden; beslissenwill1[ wil]♦voorbeelden:1 wil ⇒ wilskracht; wens, verlangen♦voorbeelden:1 good/ill will • goede/slechte wila strong/weak will • een sterke/zwakke wilshe has a will of her own • ze heeft een eigen willetjeagainst his will • tegen zijn wil/zinhe did it of his own free will • hij deed het uit vrije wil/uit eigen beweging〈 spreekwoord〉 where there's a will there's a way • waar een wil is, is een weg¶ at will • naar goeddunken/believenwith a will • vastberaden, enthousiast————————will2♦voorbeelden:willing and wishing are not the same • willen en wensen zijn tweeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 juridisch〉(bij testament) vermaken/nalaten2 door wilskracht (af)dwingen ⇒ bevelen, zijn wil opleggen aan♦voorbeelden:2 can you will yourself into contentment? • kan jij jezelf tot tevredenheid dwingen?————————will3〈 would〉1 willen ⇒ wensen, verlangen♦voorbeelden:tell whatever lies you will • vertel maar zoveel leugens als je wilII 〈 hulpwerkwoord〉♦voorbeelden:1 〈 emfatisch〉 I said I would do it and I will • ik heb gezegd dat ik het zou doen en ik zal het ook doen〈 formeel〉 will you have some more tea? • wilt u nog meer thee?will you hurry up, please? • wil je opschieten, alsjeblieft?shut the door, will you/won't you? • doe de deur dicht, alsjeblieftaccidents will happen • ongelukken zijn niet te vermijdenI will lend you a hand • ik zal je een handje helpenthis will get you nowhere • zo kom je nergenscandidates will produce their certificates • de kandidaten moeten hun getuigschriften overleggen→ would would/
См. также в других словарях:
thy — thy·mi·a·te·ri·on; thy·mi·dine; thy·mi·dyl·ic; thy·mine; thy·mo·centric; thy·mo·cyte; thy·mol; thy·mo·ma; thy·mo·nucleic; thy·myl; thy·ra·tron; thy·re·o·cor·i·dae; thy·re·oid; thy·re·o·trop·ic; thy·rid·i·al; thy·rid·i·dae; thy·rid·i·um;… … English syllables
Thy — ist die Bezeichnung für den westlichen Teil der Insel Vendsyssel Thy, die nördlich des Limfjordes den Norden Dänemarks bildet. Den östlichen Teil bildet die Landschaft Vendsyssel. Der westliche Teil von Thy wurde 2007 vom dänischen… … Deutsch Wikipedia
Thy — or Thy can refer to *Thy, the genitive case of the English personal pronoun thou (archaic) *THY, short for Turkish Airlines *Thy (district), a district in northwestern Jutland, Denmark *Thy1, or CD90 cell surface protein, a protein in stem cells… … Wikipedia
Thy — Thy, pron. [OE. thi, shortened from thin. See {Thine}, {Thou}.] Of thee, or belonging to thee; the more common form of thine, possessive case of thou; used always attributively, and chiefly in the solemn or grave style, and in poetry. Thine is… … The Collaborative International Dictionary of English
Thy — Thy: Symbol für ↑ Thymin als Nukleobase. * * * Thy [ty], Landschaft in Dänemark, Vendsyssel Thy … Universal-Lexikon
thy — [ðaı] determiner old use [: Old English; Origin: thin] your ▪ We praise thy name, O Lord … Dictionary of contemporary English
Thy — Thy … Dansk ordbog
thy — [thī] possessive pronominal adj. [ME thi, contr. < thin, thy: see THINE] of, belonging to, made by, or done by thee: archaic var. of YOUR … English World dictionary
Thy|es|te|an — «thy EHS tee uhn», adjective. of or having to do with Thyestes … Useful english dictionary
Thy — thy, ti nm maison, habitation Bretagne. Var.: ty; pl en ez, er … Glossaire des noms topographiques en France
thy — [ ðaı ] determiner an old word meaning your that was used for talking or writing to one person … Usage of the words and phrases in modern English
