-
1 тевтонский
-
2 Teutonic
-
3 germanique
germanique [zĵermaaniek]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 Germaans ⇒ Duits, Teutoons♦voorbeelden:Louis le Germanique • Lodewijk de Duitser -
4 teuton
teuton [teuttõ],teutonne [teutton]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉 〈 geschiedenis, ook pejoratief〉1 Teutoons♦voorbeelden: -
5 teutonique
teutonique [teuttonniek] -
6 tudesque
tudesque [tuudesk] -
7 teutonisch
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский