-
1 renvoi
renvoi [rãvwaa]〈m.〉2 ontslagm1) terugzending2) ontslag4) weerkaatsing5) verdaging6) verwijzing7) oprisping9) wegzending, verwijdering -
2 renvoyer
renvoyer [rãvwaajee]1 terugsturen ⇒ terugzenden, wegsturen2 ontslaan5 weerkaatsen ⇒ weerspiegelen, weergeven→ ballev1) terugsturen, wegzenden2) ontslaan3) afwijzen4) terugkaatsen5) weerkaatsen7) uitstellen
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский