-
1 задерживать
ophouden, tegenhouden ; vertragen, rekken ; inhouden, vasthouden ; aanhouden -
2 задержать
ophouden, tegenhouden ; vertragen, rekken ; inhouden, vasthouden ; aanhouden -
3 останавливать
tot stilstand brengen, (laten) stoppen, aanhouden, weerhouden, tegenhouden -
4 остановить
tot stilstand brengen, (laten) stoppen, aanhouden, weerhouden, tegenhouden -
5 сдерживать
vasthouden, tegenhouden, terughouden, houden, inhouden, bedwingen -
6 сдержать
vasthouden, tegenhouden, terughouden, houden, inhouden, bedwingen -
7 задерживать
vgener. achterhouden, ophouden, oppakken, overhouden, stremmen, aanhouden, achterwege houden, beletten, gevangennemen, houden, in zijn vaart stuiten, inhouden, knippen (преступника и т.п.), ondervangen, opvangen, stuiten, tegenhouden (человека), vasthouden, vatten, vertragen, wederhouden, weerhouden, weren -
8 запруживать
vgener. afsluiten, schutten, stuwen, tegenhouden (ðåêó), bedammen, indammen, indijken, opstuwen, toedammen -
9 мешать
vgener. interfereren, (домино) door elkaar husselen, (домино) husselen, mixen, aanstoken (кочергой), afhouden, porren (о печке), roeren, storen, (iem.) in de weg staan (кому-л.), (iem.) in de wielen rijden (кому-л.), belemmeren, beletten, derangeren, deren, dwarsbomen, een spaak in het wiel steken, frustreren, hinderen, mengen, plagen, poken (кочергой), prevenieren, tegenhouden, verhinderen -
10 останавливать
v1) gener. aanhouden, afspannen (машину), afzetten, opstoppen, stilhouden, stoppen, stuiten, tegenhouden, vangen, buiten werking stellen, de voortgang stuiten, laten aflopen (часы, механизм), ophouden, stelpen (кровотечение и т.п.), stilleggen, stilzetten (машину, часы), stopzetten, tot staan brengen, wederhouden, weerhouden2) navy. praaien -
11 препятствовать
vgener. hinderen, schutten, verletten, belemmeren, beletten, dwarsbomen, ergens een stokje voor steken, frustreren, paal en perk stellen (aan-÷åìó-ô.), prevenieren, tegengaan, tegenhouden (движению), tegenwerken, verhinderen, weren -
12 сопротивляться
vgener. tegenhouden (чему-л.), tegenstaan, trotsen, trotseren, zich verzetten, bestand zijn tegen (кому-л., чему-л), het hoofd bieden aan (кому-л., чему-л.), rebelleren, stribbelen, tegen (iets) te keer gaan (чему-л.), (только in.) tegenkanten, tegenspartelen, tegenstreven, verzet plegen, weerstaan, weerstand bieden (aan- кому-либо, чему-л.), weerstreven, zich kanten tegen (чему-л., кому-л.), zich verweren -
13 тормозить
vgener. tegenhouden, belemmeren, beletten, remmen, tegenwerken
См. также в других словарях:
tegenhouden — tapu … Woordenlijst Sranan