-
41 waardering voor iets hebben/tonen/kunnen opbrengen
waardering voor iets hebben/tonen/kunnen opbrengenappreciate something, show/express appreciation of somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > waardering voor iets hebben/tonen/kunnen opbrengen
-
42 zich bevreesd tonen voor
zich bevreesd tonen voorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich bevreesd tonen voor
-
43 zich bijzonder verheugd tonen (over iets)
zich bijzonder verheugd tonen (over iets)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich bijzonder verheugd tonen (over iets)
-
44 zich een vriend tonen
zich een vriend tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich een vriend tonen
-
45 zich een waardig tegenstander tonen
zich een waardig tegenstander tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich een waardig tegenstander tonen
-
46 zich gewillig tonen
zich gewillig tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich gewillig tonen
-
47 zich iets waardig tonen
zich iets waardig tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich iets waardig tonen
-
48 zich tegen de moeilijkheden opgewassen tonen
zich tegen de moeilijkheden opgewassen tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich tegen de moeilijkheden opgewassen tonen
-
49 zijn gevoelens tonen
zijn gevoelens tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn gevoelens tonen
-
50 zijn goede wil tonen
zijn goede wil tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn goede wil tonen
-
51 zijn kaartje/paspoort tonen
zijn kaartje/paspoort tonenshow one's ticket/passportVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn kaartje/paspoort tonen
-
52 zijn medeleven tonen
zijn medeleven tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn medeleven tonen
-
53 zijn pasje tonen
zijn pasje tonenshow one's I.D. (card)/passVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn pasje tonen
-
54 zijn volmacht tonen
zijn volmacht tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn volmacht tonen
-
55 zijn ware gedaante tonen
zijn ware gedaante tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn ware gedaante tonen
-
56 zijn ware gezicht tonen
zijn ware gezicht tonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn ware gezicht tonen
-
57 Abspielen von Tönen
n <av> (von Speichermedium; z.B. Platte, Band, CD) ■ playback of sounds -
58 Wiedergabe von Tönen
f <av> (von Speichermedium; z.B. Platte, Band, CD) ■ playback of sounds -
59 angi tonen
verb. (musikk) give the pitch verb. (overført) [om mote o.l.] set the fashion -
60 mit zwei Tönen
ausdr.two-tone adj.
См. также в других словарях:
Tönen — Tönen, verb. reg. 1. Als ein Neutrum, mit dem Hülfsworte haben, einen Ton von sich geben, in der ersten eigentlichen Bedeutung des Hauptwortes. Ein tönend Erz, 1 Cor. 13, 1. Deine Empfindung töne deinem Geschlechte einartig, Herd. Da für die… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Tönen — Tönen, 1) einen Ton von sich geben; tönend sind vorzugsweise die einem schallleitenden Körper (Resonanzboden) mitgetheilten Schwingnngen; tonerregend dagegen die stehenden in einem ton od. schallfähigen Körper erregten Schwingungen, s. Ton u.… … Pierer's Universal-Lexikon
tönen — V. (Mittelstufe) klingen, als Ton hörbar sein Beispiel: Aus der Wohnung tönte Gesang … Extremes Deutsch
tönen — klingen; färben; kolorieren; beizen; bedrucken; einfärben; tingieren; jodeln (österr.); trällern; singen; tirilieren; mit einstimmen; … Universal-Lexikon
tönen — tö̲·nen1; tönte, hat getönt; [Vi] 1 etwas tönt irgendwie / irgendwoher etwas ist in einer bestimmten Qualität, von irgendwoher zu hören: Aus dem Lautsprecher tönte ein Lied 2 (von etwas) tönen gespr; mit etwas angeben, prahlen 3 irgendwie tönen… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Tonen — Die Artikel Virage, Tonung und Viragierung überschneiden sich thematisch. Hilf mit, die Artikel besser voneinander abzugrenzen oder zu vereinigen. Beteilige dich dazu an der Diskussion über diese Überschneidungen. Bitte entferne diesen Baustein… … Deutsch Wikipedia
tönen — 1. dröhnen, gellen, hallen, klingen, schallen, schrillen; (geh.): erschallen. 2. abschattieren, aufhellen, blondieren, färben, kolorieren, mit Schatten/Strähnen versehen, nuancieren, schattieren. * * * tönen:1.⇨klingen(1)–2.⇨färben(I,2) tönen… … Das Wörterbuch der Synonyme
tönen — 2Ton »Klang, Laut, Hall; Akzent; Farbton; Umgangston«: Das Substantiv mhd. tōn, dōn »Melodie, Lied; Laut, Ton, Stimme«, ahd. tonus ist aus lat. tonus »das ‹An›spannen; die Spannung der Saiten; Ton, Laut, Klang« entlehnt, das seinerseits aus… … Das Herkunftswörterbuch
Tönen — Das Verb tönen hat verschiedene Bedeutungen: einen Ton erzeugen, siehe Ton (Musik) etwas (großsprecherisch) erzählen/verkünden eine Tönung herstellen Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben Wort bezeichne … Deutsch Wikipedia
tönen — tönenv 1.etwtönen=einenLautvonsichgeben;etwvonsichhörenlassen;anmaßendsichäußern;etwlaut,feierlichverkünden.1800ff. 2.etwtönen=etwauseinandersetzen;etwmitwenigenWortenklarmachen.Soldundziv1935ff. 3.intr=zechen.EntwederhergenommenvomAnstoßenmitdenG… … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache
tonen — to|nen (Fotografie den Farbton verbessern) … Die deutsche Rechtschreibung