-
1 sympathiek
2 [van sympathie blijk gevend] sympathetic♦voorbeelden:1 een sympathiek gezicht • a pleasant/likeable faceik vind hem erg sympathiek • I like him very muchsympathiek staan tegenover iemand/iets • be sympathetic to(wards) someone/something -
2 sympathiek
♦voorbeelden:ik vind hem erg sympathiek • je le trouve très sympa -
3 sympathiek
-
4 sympathiek
sympathisch -
5 sympathiek
adj. sympathetic, congenial, responsive, winsome--------adv. sympathetically -
6 sympathiek
sympatisk -
7 sympathiek
sempatik adj -
8 sympathiek
sympa, sympathique -
9 sympathiek tegenover iets staan
sympathiek tegenover iets staanêtre favorable à qc.Deens-Russisch woordenboek > sympathiek tegenover iets staan
-
10 sympathiek staan tegenover iemand/iets
sympathiek staan tegenover iemand/ietsbe sympathetic to(wards) someone/somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > sympathiek staan tegenover iemand/iets
-
11 sympathiek/afwijzend tegenover iets staan
sympathiek/afwijzend tegenover iets staansympathize with/frown (up)on somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > sympathiek/afwijzend tegenover iets staan
-
12 een sympathiek gezicht hebben
een sympathiek gezicht hebben -
13 een sympathiek iemand
een sympathiek iemand -
14 hij heeft een sympathiek gezicht
hij heeft een sympathiek gezichtDeens-Russisch woordenboek > hij heeft een sympathiek gezicht
-
15 ik vind hem erg sympathiek
ik vind hem erg sympathiek -
16 een sympathiek gezicht
een sympathiek gezichta pleasant/likeable faceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een sympathiek gezicht
-
17 een sympathiek iemand
een sympathiek iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een sympathiek iemand
-
18 ik vind hem erg sympathiek
ik vind hem erg sympathiekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik vind hem erg sympathiek
-
19 zij liet zich zeer sympathiek over het plan uit
zij liet zich zeer sympathiek over het plan uitVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij liet zich zeer sympathiek over het plan uit
-
20 het was een sympathiek gebaar
мест.
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Abe Lenstra — (1955) Abe Lenstra ([ ɑ:bə lɛnstɾa], * 27. November 1920 in Heerenveen; † 2. September 1985 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Er spielte seit de … Deutsch Wikipedia