-
1 bewandelen
suivre -
2 voortvloeien
suivre -
3 bijhouden
suivre, tenir -
4 volgen
1 suivre♦voorbeelden:volg de pijlen • suivre les flècheseen verdachte volgen • filer un suspecteen voorschrift volgen • observer un précepteik kan je helemaal niet volgen • je ne te suis pas du toutzij liet er dadelijk op volgen dat … • elle ajouta tout de suite que …wie volgt? • au suivant?de nacht volgt op de dag • la nuit succède au jourde ene donderslag volgde op de andere • les coups de tonnerre se succédaientop elkaar volgen • se suivredat volgt logisch uit het voorafgaande • cela découle logiquement de ce qui précèdeals volgt • de la façon suivantedaaruit volgt dat … • il s'ensuit que …→ link=voet voet -
5 lopen
2 [rennen; blootgesteld worden aan] courir3 [zich verplaatsen; voortbewogen worden] aller4 [stromen] couler5 [in werking zijn] marcher7 [zich uitstrekken] s'étendre9 [+ onbepaalde wijs][bezig zijn met] être en train (de faire qc.) 〈 in verleden tijd te vertalen door imparfait〉♦voorbeelden:over zich laten lopen • tout supporter sans rechigner〈 figuurlijk〉 ergens tegenaan lopen • tomber sur qc.achter iemand aan lopen • suivre qn.; 〈 figuurlijk〉 courir après qn.het is te ver om te lopen • c'est trop loin pour y aller à piedhet lopen • la marche à piedde atleten liepen zich warm • les athlètes couraient pour s'échaufferhet op een lopen zetten • prendre ses jambes à son couhij liep wat hij kon • il courait à perdre haleinelopen! • courez!het boek loopt goed • le livre se vend très bienlos lopen • être en libertéhij loopt voor elk wissewasje naar de dokter • il va chez le médecin pour le moindre boboeen rilling liep over haar rug • un frisson courut le long de son dosalles laten lopen • être incontinenthet bloed loopt uit de wond • le sang coule de la blessureeen motor die slechts loopt op loodvrije benzine • un moteur qui ne consomme que de l'essence sans plombde meningen lopen hierover uiteen • à ce propos, les avis sont partagésdeze weg loopt naar Haarlem • cette route conduit à Haarlemdeze registers lopen over een lange periode • ces registres s'étendent sur une longue périodehet gebergte loopt van het oosten naar het westen • la chaîne de montagnes s'étend d'est en ouestde zaak loopt fout • ça va mal finiralles loopt gesmeerd • tout marche comme sur des rouletteshet moet al heel raar lopen als … • il est peu probable que … 〈+ aanvoegende wijs〉ze liepen uren te wandelen • ils se promenaient des heures entièresdeze schoenen lopen gemakkelijk • ces souliers sont très confortableshet loopt wel los • cela finira par s'arrangerdat is te gek om los te lopen • il y a de l'abusin de duizenden lopen • se chiffrer par millierstegen de zestig lopen • aller sur ses soixante ansII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [deelnemen aan] suivre♦voorbeelden:1 [naderen] approcher (de)♦voorbeelden: -
6 begeleiden
1 [vergezellen; ook muziek] accompagner♦voorbeelden:2 iemand begeleiden tijdens een stage • suivre qn. lors d'un stage -
7 bijbenen
♦voorbeelden: -
8 bijblijven
1 [niet achter raken] suivre2 [in het geheugen blijven] rester (dans la mémoire)♦voorbeelden:dat zal mij altijd bijblijven • je ne l'oublierai jamais -
9 bijhouden
1 [houden bij iets anders] (r)approcher3 [niet achter laten raken] tenir (à jour)♦voorbeelden:de fabriek kan de vraag niet bijhouden • l'usine ne peut faire face à la demandewe kunnen het niet meer bijhouden • nous sommes dépassés par les événementszijn Frans bijhouden • entretenir son françaishet puntenaantal bijhouden • noter les points -
10 doorlopen
doorlopen11 [doorkruisen; vluchtig lezen] parcourir2 [volgen] suivre♦voorbeelden:————————doorlopen21 [lopen door iets] passer (à travers qc.)2 [verder lopen; niet onderbroken worden] continuer♦voorbeelden:doorlopen met een ziekte • traîner une maladiede eetkamer loopt door naar de keuken • la salle à manger communique avec la cuisinedoorlopen a.u.b. • circulez s.v.p. -
11 nagaan
1 [na onderzoek concluderen] examiner2 [zich voorstellen] s'imaginer3 [bespieden] surveiller4 [controleren] contrôler♦voorbeelden:2 kun je nagaan! • tu te rends compte!je kunt wel nagaan dat … • tu peux bien t'imaginer que … -
12 nasturen
-
13 pad
I 〈 het〉2 [computer] chemin d'accès♦voorbeelden:iemand op het goede pad brengen • remettre qn. sur le droit cheminop het goede pad zijn • être dans le droit cheminop het rechte pad zijn, blijven • être, rester dans le droit cheminvan het rechte pad afraken • sortir du droit cheminiemand van het rechte pad afbrengen, iemand op het slechte pad brengen • détourner qn. du droit cheminzich op het slechte pad begeven, het slechte pad opgaan • s'engager sur la mauvaise voie〈 figuurlijk〉 het pad effenen voor iemand • frayer le chemin à qn.een pad inslaan • prendre un sentierzij is altijd op pad • elle est toujours en routeII 〈de〉♦voorbeelden: -
14 platgetreden paden volgen
platgetreden paden volgen————————platgetreden paden volgen -
15 uitlopen
1 [lopend uitgaan; met een doel ergens heen gaan] sortir de2 [geleidelijk snelheid verliezen] ralentir5 [+ op][leiden tot] aboutir (à)6 [een voorsprong nemen] prendre une avance7 [meer tijd in beslag nemen] se prolonger8 [uitvloeien] couler♦voorbeelden:het gebouw uitlopen • sortir de l'immeubleje moet deze straat helemaal uitlopen • il faut suivre cette rue jusqu'au boutbij iemand in- en uitlopen • être un familier de la maisonde keeper liep te vroeg uit • le gardien de but est sorti trop tôthet salaris kan tot ƒ 3500,- uitlopen • le salaire peut s'élever jusqu'à Hfl. 3500,-dat loopt op niets uit • cela n'aboutira à rienwaar moet dat op uitlopen? • comment cela finira-t-il?verder uitlopen op het peloton • augmenter son avance sur le pelotonde verf is uitgelopen • la peinture a bavédeze schoenen moeten nog uitlopen • ces chaussures doivent encore se faire au piedII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [groter maken] assouplir à l'usage♦voorbeelden: -
16 weg
weg1〈de〉♦voorbeelden:eigen weg • chemin privéde openbare weg • la voie publique〈 figuurlijk〉 iemand van de rechte weg afleiden • détourner qn. du droit cheminde weg bereiden • préparer la voie〈 figuurlijk〉 de weg effenen voor iemand • préparer le terrain pour qn.zijn eigen weg gaan • suivre sa propre voiezijn weg vinden • faire son cheminiemand de weg wijzen • montrer le chemin à qn.aan de weg naar Delft • au bord de la route de Delftzo oud als de weg naar Kralingen, Rome • vieux comme le mondeop weg gaan (naar) • se mettre en route (pour)〈 figuurlijk〉 iemand op weg helpen • mettre qn. sur la (bonne) voiehij is op weg beroemd te worden • il est en passe de devenir célèbrede wagen ligt vast, goed op de weg • la voiture tient bien la route〈 spreekwoord〉 de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens • l'enfer est pavé de bonnes intentions〈 spreekwoord〉 wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks • qui édifie en grande place, fait maison trop haute ou trop basselangs deze onsympathieke weg • par ce moyen peu sympathiquelangs vreedzame weg • par la négociationeen weg te voet afleggen • parcourir un chemin à piediemand de weg afsnijden • couper la route à qn.zich een weg banen • se frayer un cheminmet zijn geld geen weg weten • ne pas savoir que faire de son argentiemand iets in de weg leggen • mettre des bâtons dans les roues à qn.iemand in de weg lopen • être dans les jambes de qn.dat zit me in de weg • ça m'irriteiemand in de weg staan • gêner qn.problemen uit de weg ruimen • résoudre des problèmesuit de weg kunnen • savoir comment s'y prendre (avec qn., qc.)uit de weg! • laisse(z)-moi passer!iemand uit de weg gaan • éviter qn.iemand uit de weg ruimen • liquider qn.→ link=wil wil————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig] parti2 [niet te vinden] disparu3 [+ van][verrukt] fou/fol/folle4 [verwijderd] loin♦voorbeelden:weg wezen! • allez, ouste!weg met …! • à bas …!¶ als dat gebeurt ben je weg • dans ce cas-là, tu seras fichuiets weg hebben van • ressembler un peu à〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iets weg zijn • avoir pigé qc.in het wilde weg schieten • tirer au hasard -
17 begeleiden
ww1) accompagner, escorter2) conseiller, suivre -
18 bijhouden
-
19 bijwonen
wwassister à, suivre -
20 doorlopen
См. также в других словарях:
suivre — [ sɥivr ] v. tr. <conjug. : 40> • XIIIe; sivre 1080; refait sur il suit, métathèse de siut; lat. pop. sequit, sequere, class. sequi I ♦ Venir après. A ♦ Avec mouvement 1 ♦ Aller derrière (qqn qui marche, qqch. qui avance). Suivre qqn de… … Encyclopédie Universelle
suivre — SUIVRE. v. a. Aller aprés. Il marchoit le premier, les autres le suivoient. je l ay suivi long temps sans y prendre garde. allez tousjours devant, je vous suivray. il le suivoit de prés. son train, son bagage le suivoit. suivre de prés, de loin.… … Dictionnaire de l'Académie française
suivre — Suivre, Suite, Cerchez Suyvre … Thresor de la langue françoyse
suivre — (sui vr ), je suis, tu suis, il suit, nous suivons, vous suivez, ils suivent ; je suivais, je suivis, nous suivîmes ; je suivrai ; je suivrais suis, qu il suive, suivons, suivez, qu ils suivent ; que je suive, que nous suivions, que vous suiviez … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
SUIVRE — v. a. ( Je suis, tu suis, il suit ; nous suivons, vous suivez, ils suivent. Je suivais. Je suivis J ai suivi. Je suivrai. Je suivrais. Suis, suivez. Que je suive. Etc. ) Aller, venir après. Il marchait le premier, et les autres le suivaient, Je l … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
SUIVRE — v. tr. Aller, venir après. Il marchait le premier, et les autres le suivaient. Allez toujours devant, je vous suis, je vous suivrai. Son bagage le suivait. Suivre de près. Suivre de loin. Je l’ai suivi de rue en rue, de ville en ville. Il me suit … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
suivre — vt. (une piste) ; se conformer // obéir suivre à (la mode), respecter (les usages) : SUIVRE (Aillon J.234, Aillon V.273, Albanais.001, Annecy, Arvillard.228, Bellecombe Bauges.153, Chambéry.025, Compôte.271, Demi Quartier, Leschaux, Megève.201,… … Dictionnaire Français-Savoyard
Suivre — BALZAC (Honoré de) Bio express : Écrivain français (1799 1850) «Les partis sont ingrats envers leurs vedettes, ils abandonnent volontiers leurs enfants perdus. Surtout en politique, il est nécessaire à ceux qui veulent parvenir d … Dictionnaire des citations politiques
suivre — parodyti ar užrašyti statusas T sritis Gynyba apibrėžtis Parodyti ar užfiksuoti judančio objekto padėtį. atitikmenys: angl. track; track to pranc. suivre … NATO terminų aiškinamasis žodynas
Suivre la trace, les traces de, marcher sur les traces de quelqu'un — ● Suivre la trace, les traces de, marcher sur les traces de quelqu un suivre l exemple de quelqu un … Encyclopédie Universelle
Suivre le courant — ● Suivre le courant suivre le mouvement général, ne pas se singulariser … Encyclopédie Universelle